Thursday, November 27

Leven & Dood

Als je een kat in huis hebt (of twee, zoals ik) kom je zo nu en dan oog in oog te staan met de eindigheid van het bestaan. En dan vooral van levensvormen kleiner en kwetsbaarder dan die van je kat. De afgelopen dagen waren daarvan een goed voorbeeld.

Een dag of drie geleden was ik muziek aan het luitseren achter mijn Mac, en verwonderde me over het vreemde kwetterende geluid dat ik door de harmonische akkoorden van Mozart heenhoorde. 'Dat hoort er vast niet bij'. dacht ik na een minuut, en ik zette de muziek stil. Het kwetterende geluid ging door en ik draaide me om om de donkerte van mijn kamer in te kijken. Niets opvallend te zien, maar wel meer te horen. Naast het kwetterende geluid hoorde ik gestommel. Ik zette mijn koptelefoon af en ging op onderzoek uit.

Al snel ontdekte ik de oorsprong van het geluid: in een hoekje van de hal (lees: 1 vierkante meter) zat Lotje met grote ogen te staren naar een spitsmuisje dat luid piepend en kwetterend van kant naar kant rende. Af en toe stak ze weifelend een pootje naar het beestje, dat dan extra hard piepte, waarop Lot snel het pootje terugtrok. 'Wat heb ik nu toch mee naar binnen genomen?', leek ze te denken en ze keek naar me op toen ik bij haar kwam staan. "Nou, heel knap gedaan, hoor", zei ik tegen Lot en wilde de muis oppakken om hem buiten te zetten. Ik bewoog langzaam mijn hand naar het beestje toe, zonder onverwachte bewegingen te maken. Ineens rende de muis naar mijn hand toe, zette zijn tanden even hard in mijn wijsvinger en rende vervolgens vliegensvlug de badkamer in, waar hij aansluitend onvindbaar bleek.

'Damn', dacht ik en bleef even besluiteloos staan. Wat te doen? Kan toch moeilijk een muis in huis hebben, toch? Nou ja, Lotje vangt hem uiteindelijk wel, besloot ik, en ik ging weer achter de Mac zitten. Een minuutje of tien later hoorde ik het gekwetter weer en ik sprong overeind: de muis! Lotje zag ik nij een CD-kast zitten, wederom een peetje passief starend. Ik schoof de kast naar voren, en zag daar de muis weer. 'Nu dan maar snel', dacht ik en ik probeerde in een snelle beweging de muis te pakken te krijgen, wat me weer een paar minibeetjes opleverde. Vervolgens schoot de muis er weer vandoor, deze keer onder het tv-meubel.

Toen ik later die nacht in bed lag, hoorde ik weer het gekwetter en een heen-en-weer-geren van Lot. Heel even overwoog ik uit bed te komen, maar ik bedacht me, draaide me nog eens om en met de gedachte dat Lot het beestje 's nachts wel zou grijpen, ging ik slapen. Ik stond de volgende dag op met in mijn hoofd een waarschuwingsbordje: pas op voor muizenlijkjes! Het bleek een onnodige waarschuwing: geen muizenlijk te vinden...

Zo ging het nog twee dagen door: een gekwetter, een ren-geluid, ik die toesnelde om Lot bij te staan en vervolgens een ontsnappende muis. Tot gisteravond

Ik was weer achter de Mac geparkeerd en toen ik het gekwetter weer signaleerde, stond ik engszins vermoeid op. 'Waar zit hij deze keer nou weer?', vroeg ik me af terwijl ik op het geluid afslofte.

Het geluk had mij en Lotje parten gespeeld! De domme muis had zich versopt in een lege, rechtopstaande pizzadoos. Razendsnel pakte ik de doos, draaide hem zo dat de opening bovenaan zat en keek eens naar binnen: piepkleine oogjes vanuit een puntig snuitje staarden me woedend aan en ik besloot dat het nu maar tijd was voor de grote uittocht van de muis. Voorzichtig zette ik de doos op de rand van het raam en jawel: muis rende naar buiten en verdween ongedeerd uit het helse huis waar hij drie dagen verwoed schuilplaatsen had gezocht.

Ik moet zeggen dat ik het knap vind. Ja, echt. Drie dagen in een huis overleven, terwijl een moordlustig wezen als Lotje je constant opjaagt. Chapeau, muis!

Hetzelfde kan ik niet zeggen van de mot vanmiddag neerfladderde op mijn overhemd. Ik schrok even, wat je nu eenmaal doet als je iets kleins en fladdderends ineens van dichtbij waarneemt, maar mijn angst nam af toen ik zag dat het beestje rustig zijn pootjes begon schoon te maken. 'Nou ja, prima, blijf dan maar even lekker zitten', dacht ik vergevingsgezind.

Toen ik dan toch wilde opstaan om iets anders te gaan doen, veegde ik het motje zachtjes weg. Fladder-fladder-fladder: op de grond. Vliegensvlug rende Lotje er op af. HAP. Klaar. Punt uit.

Zo kan het dus ook...