Wednesday, October 29

Update: Evelien

Zijn jullie ook zo benieuwd wat er gebeurt met Evelien (die niet op zolder mocht komen)?

Ja, ik ook eigenlijk. Geen zorgen: ik schrijf het heus wel af. Ik heb in principe al een vervolg/eind in gedachten, maar het moet nog even in woordjes eruit komen! Even geduld dus!

En Emmy: je kunt gerust je was op zolder hangen, maar zorg wel dat je jezelf van tevoren met een touw aan iets stevigs vastbindt.

The Sixth Sense

Ik ga zo nu en dan boodschappen doen in Kortenhoef (wat je vast wel eens in een eerdere post hebt gelezen), en als ik dan ook nog moet tanken, rijd ik nog een stukje verder om via een achteraf-weggetje bij de Shell Express te komen. Nèt voordat je dan Kortenhoef uitgaat, kom je langs een appartementencomplex voor -tenminste dat denk ik- bejaarden.

Telkens als ik langs die woningen kwam, dacht ik: jezus, ze zouden eens wat aan die tuinen moeten doen! Niet dat ik echt iets mag zeggen, want mijn tuin is het Hilversumse equivalent van het regenwoud, maar toch dacht ik dat. Uitgeschoten bosjes, stukken gras overwoekerd door mos, gele plekken etc etc: het zag er niet uit. In feite was het zo erg dat ik meestal dacht: ze kunnen de boel beter slopen (haha). Die lach tussen haakjes was ook tussen haakjes in mijn hoofd, trouwens.

En vandaag, toen ik weer eens langs het complex kwam (deze keer van de andere kant af, maar dat terzijde), was ik even verbaasd: ze waren aan het slopen! De hele rechterkant van het pand was al weggeslagen en ik keek in half-aanwezige groenbetegelde badkamers en troosteloze lege keukens, die onverdedigbaar stonden te wachten op hun eind.

Een fietsende oude man aan de andere kant van de weg was ook aan het kijken. Hij reed zo langzaam dat ik bang was dat hij zou omvallen. Dat deed hij gelukkig niet.

Hoe dan ook: ik ben dus helderziend, blijkbaar. Althans op het gebied van sloopwerkzaamheden.

Les chats

Een paar kiekjes van de poezels...




Misty Morning




Thursday, October 16

Waarom Evelien niet op zolder mocht komen - Deel 1

Hmm, ik vond het best leuk om 'Magda en de Kaasvlinders' te schrijven. Ook grappig dat zo'n verhaaltje zichzelf eigenlijk ontwikkelt... Het gaf me gelijk weer zin om aan iets anders te werken. Weer over een klein meisje: die zijn toch altijd al een beetje griezelig ;-) Met dank aan N die met een leuke invalshoek kwam (nu maar hopen dat ik dat gegeven ook kan toepassen).

Lees ze!

Waarom Evelien niet op zolder mocht komen - deel 1

Het rook raar in de keuken. Dat rook het altijd, vond Evelien. Al zolang ze in dit huis woonde, en dat was zo'n beetje haar hele leven. Ze kon zich in ieder geval geen ander huis herinneren. De geur was een combinatie van verbrand plastic en cakejes. Goedkope cakejes uit de supermarkt waar je 'alleen maar melk' aan toe hoefde te voegen volgens de verpakking. Bah. En toch zat ze graag in de keuken; misschien nog wel liever dan op haar eigen kamer. De keuken was zo lekker huiselijk: met de potjes en pannetjes die rechtstreeks uit de jaren vijftig leken te komen en het grote fornuis waaronder het vuur altijd brandde. Het was gewoon altijd gezellig in de keuken. Soms kon ze er wel uren zitten. Alleen of met haar oma. Heel soms met haar moeder, en nooit met haar vader. Nooit met haar vader omdat die er niet meer was. Volgens haar moeder, en die sprak er niet vaak over, was papa de weg kwijtgeraakt met de verhuizing. Dat vond Evelien maar raar -ze kon zich helemaal geen verhuizing herinneren-, maar ze stelde er maar geen vragen over: mama raakte altijd zo overstuur als het over papa ging.

Vandaag zat Evelien alleen in de keuken. Ze zat zo maar een beetje aan de keukentafel naar buiten te kijken. Naar de koeien die onvermoeibaar dag in dag uit op de wei stonden te grazen, naar de immer wolkeloze lucht en de verlaten landweg verderop. Eigenlijk was er bar weinig interessants te zien, maar toch zat ze daar maar te staren. Eigenlijk keek ze ook niet echt: ze dacht na. Over een gesprekje dat ze met oma had gehad, eerder die dag in de huiskamer. Oma had ook naar buiten zitten staren, naar de rij auto's die daar voorbij kwam. Of eigenlijk kwamen ze niet echt voorbij: ze stonden gewoon stil. Net als de koeien. Raar. In tegenstelling tot de koeien waren er echter wel bijna elke dag andere auto's: soms allemaal rood, soms allerlei kleuren door elkaar. Af en toe alleen maar vrachtwagens en soms een enkele tractor. Oma had in de schommelstoel gezeten en Evelien op de poef ernaast. "Het is gevaarlijk daarbuiten, Evelien", bromde oma. "Het is maar goed dat je altijd binnen bent". Dat was waar: Evelien was altijd binnen. Soms in haar slaapkamer, soms in de woonkamer en vaak in de keuken, maar nooit buiten. Zelf wist ze niet precies waarom, maar zo was het nu eenmaal. Over het waarom had Evelien nooit echt duidelijkheid gekregen: haar moeder -en ook oma- deden erg geheimzinnig hierover. "Het is gevaarlijk buiten en bovendien heb je een gevaarlijke allergie, Evelien!", legde moeder altijd uit als Evelien er weer eens naar vroeg. Wat voor allergie kon haar moeder haar ook niet vertellen, maar het iets te maken met UV-straling of zoiets. Het feit was, dat Evelien niet naar buiten MOCHT. Niet dat Evelien het heel erg vond: het was binnen hartstikke gezellig en knus, en het leven met oma en mama vulde haar leven al genoeg. Als ze zich verveelde ging ze een spelletje spelen met haar moeder of liet ze zich door oma een verhaaltje vertellen. Eerlijk gezegd zat ze daarom ook met oma in de woonkamer die ochtend.

Oma had echter geen verhaaltje vandaag. Ze schommelde wat heen en weer op haar stoel, met Lensiaan de kat op haar schoot, maar er kwam geen sprookje met elfen en kobolden of een verhaal over hoe alles was toen zij nog jong was. Oma was zelfs opvallend stil en Evelien kreeg de indruk dat er iets aan de hand was. Iets dat oma wel moest vertellen maar niet wilde.

"Oma?", probeerde ze, maar de oude vrouw schudde slechts lichtjes met haar hoofd. "Oma, is er iets?", vroeg Evelien nog maar een keer. "Ach, mijn kind", zei oma, "er is zoveel dat je niet weet". Oma liet haar hoofd zakken en Evelien stond op om een arm om haar schouder te leggen. "Wat weet ik dan niet, oma?" vroeg ze zachtjes en oma liet een diepe zucht klinken. Ze keek Evelien aan: haar oude lichtblauwe ogen keken diep in Eveliens donkerbruine. Oma leek iets te beslissen. "Goed", zei ze ineens, en Evelien ging weer zitten. "Het is maar tijd dat je het weet". Evelien verschoof zenuwachtig op de poef: oma ging iets belangrijks vertellen!

Steunend verschoof oma wat op haar schommelstoel en schraapte vervolgens haar keel. "Ik moet je vertellen over je vader", zei het oude mens en Evelien rechtte haar rug: eindelijk zou ze weten wat er precies met haar vader was gebeurd!

"Ik weet dat je moeder altijd vertelt over de verhuizing en dat je vader toen is kwijtgeraakt, maar dat is niet waar. Het is iets wat je moeder zegt om zichzelf te troosten en eigenlijk is het niet eerlijk tegenover jou. Je vader, Evelien, is verdwenen op zolder".

Met grote ogen en opgetrokken benen luisterde Evelien naar het verhaal dat oma toen begon te vertellen.

Einde Deel 1

Magda en de Kaasvlinders - Deel 4

Op een stormachtige woensdagmiddag zat Magda met een boek op haar bed. Een stapel lege kaasvlinderverpakkingen lag rommelig naast haar nachtkastje en een schaaltje met verse kaasvlinders stond erop. Het boek, een spannend verhaal, hield Magda volledig in beslag: ze zat geconcentreerd voorovergebogen met haar neus tussen de bladzijden en zelfs het gerommel van moeder de het huis aan het stofzuigen was, hoorde ze niet eens. De gordijnen van Magda's slaapkamerraam wapperden driftig door de kille wind die door het halfopenstaande raam gierde en zo nu en dan rilde Magda door de koude vlaag die langs haar nek streek. Elke keer als ze dat deed klonk een zacht knisperend geluid. Het geluid van bros, krakerig deeg...

Tja, het was al een beetje te voorzien: door het vele kaasvlinder-eten was Magda's aandoening verergerd. In de loop van de tijd was ook Magda's andere been gaan veranderen in een krokante en smeuige substantie. En daar bleef het niet bij: de goudkleurige gloed van haar benen was langzamerhand doorgetrokken naar boven. Binnen de kortste keren waren haar buik, haar borst en haar schouders ook voorzien van een geurige en knisperige laag. Zelfs haar armen en handen begonnen al tekenen te vertonen van verkaasvlindering! Als Magda nu door het huis liep, was constant een krakend geluid te horen.

Het verhaal was echt heel spannend: in een donker bos zat een prinses gevangen in de grot van een draak en in het hoofdstuk waarin Magda nu bezig was, ging de knappe prins juist op zoek naar haar in de donkere, tochtige gangen van het stenen labyrinth. Terwijl de wind om het huis gierde, sloeg Magda de bladzijde om. Ze was zo geconcentreerd dat ze niet eens de felle bliksemschicht zag die buiten de straten oplichtte. Terwijl de prins in het boek juist een geheimzinnige deur naderde, stak Magda zonder te kijken haar hand uit naar het schaaltje kaasvlinders. Op het moment dat de prins de deur opende en Magda met haar vingers langs de rand van het schaaltje tastte, klonk een enorm luide donderklap. Met een kreetje van angst ging een schok door Magda's lichaam. KRAK! klonk er en prompt liet Magda haar boek vallen. Verbaasd keek ze naar het schaaltje. Haar ogen werden groot: vastgeklonken aan het schaaltje zat haar hand. Los. Zonder dat haar arm eraan zat. Langzaam en met bonkend hart bracht Magda de stomp van haar rechterarm naar haar gezicht. Trillend bij de gedachte aan bloed keek ze met half dichtgeknepen ogen naar de stomp. Geen bloed. Helemaal niets. Alleen een hoop gebroken deeg. Ze keek weer naar de hand. Ook daar geen bloed, maar alleen goudkleurige kruimels.

'Oh jee, oh jee!', dacht Magda. 'Wat nu!' Even raakte ze bijna in paniek, en toen herinnerde ze zich ineens hoe haar moeder het oploste als ze zich weer eens stootte. 'Nat maken en vastplakken!', bedacht ze en ze stond al op het punt om naar de badkamer te lopen, toen ze eens goed luisterde en haar moeder op de trap hoorde, een beetje neuriend tijdens het stofzuigen. Moeder zou helemaal doorslaan, bedacht Magda en zakte weer terug op bed. Maar wat dan? Magda fronsde, diep in gedachten, terwijl ze een oplossing probeerde te verzinnen. Ineens kwam het bij haar op: het was zo simpel! Waarom had ze daar niet eerder aan gedacht! Ze kon haar hand natuurlijk gewoon natmaken met haar tong! Het zou zo makkelijk zijn als een envelop dichtplakken! Vol goede moed nam Magda voorzichtig haar hand van het schaaltje en bracht hem naar haar mond. Op het moment dat de goudkleurige stomp haar tong raakte, was Magda verloren: een zalige smaak, lekkerder dan 1000 van de beste gebakken kaasvlinders bij elkaar, beroerde haar smaakpapillen. Een trillerige zucht ontsnapte aan Magda's lippen: zoiets heerlijks had ze nog nooit geproefd! Wat een cremigheid! Hoe fantastisch smeuig!

En, hoewel ze in haar achterhoofd wist dat het geen goed idee was, nam Magda een hapje van één van haar vingers...

Moeder had moeite met het snoer van de stofzuiger. Verdorie! Altijd te kort voor de hele trap, dacht ze nors, en ze liep naar beneden om de stekker los te maken. Met de losse stekker liep ze de trap weer op: dan maar inpluggen in Magda's kamer, dacht ze en nietsvermoedend deed ze de deur van haar dochters kamerdeur open. "Sorry, lieverd, maar ik moet even...", begon ze, maar daar stokte haar stem. Haar ogen werden groot en de stekker viel uit haar hand. Eigenlijk wilde ze gillen, maar veel meer dan een fluitende zucht kwam er niet uit. Vol ongeloof staarde ze naar haar dochter. Of wat daarvan over was...

Op het bed lag enkel Magda's hoofd, haar mond omrand met kruimels. De ogen gesloten, druk kauwend en met een gelukzalige grijns lag het hoofd licht heen en weer rollend midden op het gebloemde dekbed.

Moeders hand grabbelde naar de deurklink en raakte enkel een vaasje (in de vorm van een vlinder) dat op een kastje stond. Rinkelend viel het vaasje op de grond en de ogen in het hoofd gingen open. "Oh... Hoi, mam", murmelde het Magda-hoofd en dat was het moment waarop Magda's moeder eindelijk genoeg lucht vond om luidkeels haar gezonde geest uit haar lichaam te gillen...

EINDE

Sunday, October 5

The Cat is Back

Er is weer een nieuwe aflevering van Simon's Cat!

Geniet ervan!

Magda en de Kaasvlinders - Deel 3

In de wachtkamer zakte moeder slapjes neer op een stoel. Twee oude dametjes - geschrokken van moeders kreet- keken haar meewarig aan. "Ik weet ook niet hoe dit kan", zei dokter Blaasman. "Het is, voor zover ik weet, de eerste keer dat dit gebeurt." Zijn zorgelijke gezicht klaarde wat op: "U kunt eigenlijk wel trots zijn". "Trots?", herhaalde Magda's moeder, "TROTS?! Wat heb ik in hemelsnaam om trots op te zijn, dokter?!" De dokter ging naast haar zitten. "Ik bedoel, als enige -en eerste- patient met deze... ehm aandoening, zal Magda wereldberoemd worden. Uw kind zal in alle medische tijdschriften staan!" "In alle medische...", begon Magda's moeder, haar stem trillend van woede. "Wat denkt u wel! Dat ik mijn dochter als trofee wil vertonen? Het beroemde 'Kind van Kaas' ofzo?" "Kaas-vlinders", verbeterde dokter Blaasman haar, "het 'Kind van Kaasvlinders', technisch gezien". "Wat kan mij dat nou..., wie denkt u wel dat u..." sputterde moeder. Ze kon haar woede niet onder woorden brengen en om dan toch maar een statement te maken barstte ze in huilen uit. "Rustig nou, rustig nou", zei dokter Blaasman. "Zo erg is het toch allemaal niet? We maken het been nat, zodat het deeg weer aan elkaar plakt en als u Magda dan een uurtje haar been op de verwarming laat leggen is ze weer zo goed als nieuw!"

"Zo goed als nieuw?! ZO GOED ALS NIEUW!? Mijn dochter heeft een been van KAASVLINDERDEEG, dokter!". De moeder van Magda kon het allemaal niet meer aan. Met tranen over haar roodgevlekte wangen druppelend stond ze op en rende naar de behandelkamer. "Mijn dochter komt NIET in een tijdschrift!", bulderde ze ongecontroleerd door de wachtkamer, en de twee oude vrouwtjes deinden achteruit. De dokter, wel gewend aan woeste uitbarstingen keek haar afwezig aan. In zijn hoofd was hij al bezig een naam te bedenken voor Magda's aandoening. 'Blaasmans Kaasvlindersyndroom' misschien, of eerder iets sjiekers als 'Papilio Lactosus Fermus Blaasmannus' ofzo. Ja, die laatste was beter, dacht hij: het klinkt wat belangrijker.

De dokter dacht nog hierover na, toen Magda's moeder met het meisje de behandelkamer uitkwam en hem bijna omver liep op weg naar de deur.

***

Magda's kaasvlinderbeen werd, na het opvolgen van Blaasmans advies, weer hard en krokant na een uurtje op de verwarming. In het begin deed Magda zwakke pogingen om weer rond te lopen op haar nieuwe, brosse been. Zo nu en dan klonk er een zacht knisperig geluid, maar het been leek haar te houden en weldra leek het alsof er niets veranderd was. Ze moest alleen een beetje oppassen dat ze niet per ongeluk ergens tegenaan stootte, had ze ontdekt. Toen ze net weer een beetje kon staan, wankelde Magda per ongeluk tegen de salontafel aan. KRRRKKK klonk er, en uit haar broekspijp rolden wat goudbruine kruimels, die Magda's moeder, na het been weer natgemaakt te hebben, snel terugplakte.

Misschien denk je nu dat Magda genezen was van haar kaasvlinderlust. Niets is minder waar: van één pakje per dag was Magda nu beland bij drie, soms wel viér pakjes per dag! Van haar moeder had ze geen last meer: als die tegensputterde, dreigde Magda gewoon om haar been tegen iets scherps te stoten. Dan rende moeder zo snel als ze kon naar de winkel om een nieuwe voorraad te halen. Eigenlijk had Magda nu eindelijk haar droom bereikt: kaasvlinders bij het ontbijt, kaasvlinders bij de lunch en kaasvlinders bij het avondmaal.

En nog was het niet genoeg. Magda wilde meer! En meer kreeg ze, hoe je het ook bekijkt... Want wat er toen gebeurde, is eigenlijk te vreemd om je voor te stellen!

Einde deel 3...

Thursday, October 2

Recensie no. 08

Een verse recensie! Kijk HIERRRRRR.