Thursday, July 31

De Grote Boodschap # 17

Wat doe je als je iemand tegenkomt in de supermarkt? Hoe ga je om met dat kleine gat binnen de sociale structuur? Want laten we eerlijk zijn: je bent nooit echt op je gemak boodschappen aan het doen. Het is altijd een haastklus of een op zijn minst een noodzakelijk kwaad en het is niet iets dat je echt voor je lol doet. Niet dat het niet leuk kan zijn natuurlijk -ik bedoel, waarom zou ik er anders over blijven schrijven?- maar in principe is boodschappen doen per defenitie niet echt een ontspannen tijdverdrijf.

De boodschappen zijn dus niet een moment om je bezig te houden met andere dingen dan echt alleen de boodschappen. Daarom is het ook zo raar en ongemakkelijk als je iemand tegenkomt tijdens je wekelijkse of dagelijkse trip naar de supermarkt. Eigenlijk komt het helemaal niet goed uit, want je wil zo snel mogelijk verder om leuke dingen te gaan doen, maar om de één of andere reden schrijft het sociale stelsel ons voor dat we toch even een praatje moeten maken, of we de persoon nu goed kennen of niet. Zo kwam ik in de AH eens een vaste gast tegen van de Jonge Haan, waar ik echt het meest onconfortabele gedwongen praatje ooit heb gemaakt. Het was maar amper een 'praatje' te noemen, zo onsamenhangend was het. Het begon best onschuldig: 'hee hoe is het'? 'Goed, hoe is het met jou?' 'Ehm, goed'. Daarna stokte de conversatie een beetje en hadden we eigenlijk niets meer te melden, maar we voelden allebei dat we toch nog even langer sociaal moesten doen dan dat. Daar ging het mis, want we begonnen allebei te stamelen en knullige vragen te stellen als: 'Goh, doe jij ook hier boodschappen?'. Het gesprek sleepte zich nog even door en kwam toen gelukkig tot een einde.

Deze 'stop-and-chats' worden hieronder even goed uiteengezet door Larry David:



Goed, de 'stop-and-chat' dus. Erg vervelend.

Grappig genoeg is er één groep mensen die wèl kan omgaan met dit fenomeen: bejaarden. Voor hen is boodschappen meer dan alleen maar een noodzakelijke taak; het is een uitje. Komen twee bejaarden elkaar tegen, dan leidt dat vaker wel dan niet tot een gesprekje. Ik weet niet of het zelfs nodig is dat ze elkaar kennen; wellicht is de supermarkt-chat voor bejaarden niet kennis-gebonden?

Hoe dan ook, ik zal even vertellen hoe ik hierop kwam. In de Super de Boer in Kortenhoef zag ik twee oudere vrouwen met elkaar staan praten en dat kwam me zo uitgerust en ontspannen voor, dat ik besloot de stelling die ik hierboven heb beschreven, te bedenken. In eerste instantie ging het me trouwens helemaal niet om het praten an sich, hoor. Wat me eigenlijk nog het meest interesseerde, was waar de vrouwen het over hadden. Niet dat ik heb staan luisteren, natuurlijk, maar die ene zin die ik opving, zette me wel aan het denken:

'...ging ik zwemmen, en toen zag ik ineens een grote haaievin langs me gaan en...'

What the hell! Wat was dat arme oude vrouwtje overkomen!? Was ze afgelopen zomer met haar speciale spatwaterdichte rollator in de Stille Oceaan gaan zwemmen? En, toen ze lekker ver de zee in was, met de nieuwste bejaardenbadmode uit de Neckermann om haar lichaam gekleefd, had ze toen met schrik om haar toch al zwakke hart een Mensenhaai voorbij zien zwemmen? Was er een gevecht op leven en dood geweest? Had de haai het moeten afleggen tegen haar tasje?

Oh, de verhalen die je hoort in de supermarkt....

Monday, July 21

Brot, Eier, Milch, Zucker und Zimt

Ik bladerde een week of drie geleden even door mijn kookboek (was op zoek naar een recept voor Tiramisu) en sloeg toevallig open op de bladzijde waar de wentelteefjes op stonden. Even keek ik weemoedig naar het recept, zette toen de zoete goudbruine boterhammen uit mijn hoofd en zocht verder naar het dessert dat ik wilde maken.

***

Tijdens mijn basisschool- en middelbare schoolperiode at ik tussen de middag altijd thuis. Makkelijk, want ik woonde echt zo'n beetje NAAST de school. Mijn moeder zorgde altijd dat de tafel gedekt stond en dat we gezellie samen konden lunchen. Meestal aten we gewoon brood, maar zo af en toe had moeder de vrouw een verrassing: pannekoeken, tosti's, soep of wat dan ook. Wat er echter bijna NOOIT op het menu stond waren wentelteefjes. Niet onbegrijpelijk op zich, want je hebt er oud brood voor nodig, EN eieren EN melk, wat nu eenmaal niet altijd voorradig was.

Dus als ik op een schooldag thuis kwam en zag dat we wenteltreefjes aten, was ik altijd zeer verrukt. Als ik IETS lekker vind, dan is het dat wel :-)

Maar goed. De tijden zijn veranderd. Ik woon nu niet meer bij mijn ouders en heb in geen 8 of 9 jaar een wentelteefje gegeten. Niet zozeer omdat ik er geen zin meer in heb ofzo, of omdat het teveel moeite is. Nee, ik heb een heel goede reden, maar dan moet ik eerst een beetje uitweiden (zoals gewoonlijk).

In de zomer van 1999 besloot ik met vriendin E op vakantie te gaan naar Oostenrijk. Leuk, dachten we: bergen, een meertje, een gezellig dorpje. Niet bleek minder waar. De bergen waren onzichtbaar door de mist, het meertje had betaalde toegang (en er zat een monster in), en het dorpje was weliswaar gezellig, maar dan op een bejaarden-achtige manier... Niet zo'n geslaagde bestemming dus, en we moesten ons, wegens ontbreken van rijbewijs en het onregelmatig rijden van bussen vooral in het dorpje zelf bezighouden.

Op een dag besloot E dat het tijd was voor wentelteefjes. 'Lekker!', dacht ik nog, en nadat we met gaten vertonend Duits vocabulair EINDELIJK kaneel hadden gevonden (is 'Zimt' in het Duits, who the f*ck knows!!) gingen we aan de slag.

Ons wentelteef-avontuur was slechts kort. De pan die we gebruikten, bleek een 'instant-vastbak'-model te zijn en de teefjes zaten onherroepellijk vast aan de pan. Met geen mogelijkheid kregen we ze er weer af: alleen de bovenkant werd weggeschraapt, waardoor een tot pulp gedrukte broodlaag zich steeds verder verspreide over de schroeibodem van de pan.

Sindsdien heb ik dus geen wentelteefjes meer gegeten.

Tot vandaag.

Ik had een wat rommelige ochtend gehad, met een was en een afwas en ik opende rond lunchtijd mijn koelkast en stokte even. Wat zag ik daar? Was dat melk?? Ja! (Zeldzaam, want drink bijna nooit melk) Zijn dat eieren?? JA!!! (Ook zeldzaam) Snel kijk ik op mijn aanrecht en....JA!!!! Ik heb ook oud brood!!!!!!!!

Zal ik het doen? Hmmmm.....

Durf ik het aan? Mwahhhhh...

Heb ik geen 'Instant-Aanbak-Pan'? Neuh....

IK DOE HET GEWOON!!!!

***

En nu, een half uurtje later, zit ik deze blog te tikken met voor mijn neus, ik lieg niet, het allerlekkerste wentelteefje ooit!!

Met zimt!

And the winner is...

Dames en heren, ik presenteer u: de winnaar van de Blondie-wedstrijd! Mag ik er even aan toevoegen dat Karin helaas ook de enige was die iets had opgestuurd, waardoor haar kansen sterk waren vergroot :)

Friday, July 18

Eng

Ik stond van de week onder de douche en toen gebeurde er iets engs. Ik keek tijdens het schrobben en poetsen eens omhoog en zag daar een spin over het plafond wandelen. Niet zo gek op zich, want:

A: ik heb sowieso een bijzonder spinnig huis

B: de beesten kunnen simpelweg door de ontluchtingspijp naar gelieve naar binnen en naar buiten klimmen

Ik maakte me er dus ook niet zo druk om en keek hoe het diertje zorgvuldig om de 8 stappen (een stap per poot) even haar kontje tegen het plafond drukte om een veiligheidsdraad te bevestigen. Slim. Heel slimme beesten.

Goed, geen probleem dus. Echt niet. Ik ging dus door met douchen en waste in vijf seconden mijn haar. Toen ik weer omhoogkeek, zag ik echter dat de spin was verdwenen. Hmm, ach ja. Heeft vast een leuk plekje om te bivakkeren gevonden, dacht ik, en ik richtte mijn gezicht naar de douchekop.

En toen gebeurde het enge ding dus. Spin had inderdaad een nieuwe bivakplaats gevonden, of althans: Spin was onderweg naar haar nieuwe bivakplaats: mijn hoofd.

Ik zag precies boven mijn hoofd de spin naar beneden dwarrelen, met als duidelijk landingsdoel mijn kruin (of in deze omhoogkijkende positie: mijn mond).

Heel even stond ik verstijfd en toen deed ik HEEL snel een stap naar achter, tegen het douchescherm aan, dat heftig rammelend protesteerde. De spin, niet rekenend op deze beweging, liet zich van schrik ineens een heel eind zakken en kwam jammerlijk in de douchestraal terecht. Vliegensvlug zag ik het diertje naar beneden storten en zonder verdere omhaal het doucheputje binnengeslurpt worden.

Ter illustratie even een leuk filmpje (oh, en dat ben ik niet hoor, als je dat toevallig denkt):

Monday, July 14

Gast Watch 02

Okee. Over gasten schrijven is leuk, dus dat ga ik de komende tijd even proberen vol te houden. Ik kan niet beloven dat 'Gast Watch' een vaste rubriek wordt, want daarvoor is het het nog een beetje te grillig, maaarrrr ik kan in ieder geval nu al zeggen dat ik er twee heb geschreven (ik heb de eerste Gast Watch ook meteen maar even aanpast naar Gast Watch 01, om het officieel te maken). Vandaag dus nummer twee.

Stinky Man (niet te verwarren met Smelly Cat)

In de gang staand kijken een collega en ik met verbazing toe hoe een kleine stoet gasten zich naar tafel 1 begeeft. Is het circus in de stad? Is er een uitbraak geweest bij de plaatselijke psychiatrische inrichting? Was de Febo vol?

Het lijkt er wel op, want de mensen die binnenlopen zijn duidelijk..hmmm, ja hoe zeg je dat netjes... 'Ordinair'? 'Niet helemaal goed'? 'Gespeend van elke soort smaak'? Afgaand op de kleding zijn alle voorgaande omschrijvingen raak, want het is echt een bonte verzameling roze truitjes, te grote riemen, stomme t-shirts, foute witte pakken en misplaatste snorren.

Na er even over gelachen te hebben, gaat het werk door.

Tot collega E mij aanspreekt. "GAD-verdamme", zegt ze met een van walging doortrokken gezicht. Na mijn verzoek om verduidelijking legt collega E uit wat er aan de hand is: de man op tafel 1 STINKT. "Welke man?", vraag ik en ze omschrijft de desbetreffende onwelriekende persoon. Het is de grijze man met de bril, het lelijke t-short met eroverheen een druk overhemd.

Ik vermoed dat het allemaal wel meevalt, tot ik ook andere collega's geluiden en gebaren van geur-gerelateerde walging zie vertonen. Dan maar even checken. En: ja hoor. 'GAD-verdamme' was inderdaad een goede omschrijving van het lichaams-aroma van de man. Ik wou dat ik kon omschrijven wat de geur ongeveer inhield, maar ik ben bang dat dat ondoenlijk is. Het was gewoon onbeschijflijk vies. Als ik dan toch iets zou moeten zeggen, zou ik een combinatie van zweet, poep, oude zuurkool en rotte kaas noemen, maar dan nog zou ik de heftigheid van de geuroverlast teniet doen.

BAH!


De vrouw met het grote hoofd en haar kleine man

Niet zo stinkend, maar zeker visueel zo apart was het stel op tafel 25. Tijdens het eten viel het nog niet zo heel erg op, maar na het betalen en dus het moment waarop ze naast elkaar stonden, werd het overduidelijk: hier was sprake van maat-verwarring. Op twee verschillende niveaus wel te verstaan. Ten eerste: de vrouw had een buitenproportioneel groot hoofd. Ten tweede: haar man was veel kleiner dan zij.

Ter illustratie:

Dit is hoe het zou moeten zijn:


En dit is het hoe het was:


Pjeurnragzark

Terug naar tafel 1 (de tafel van de Stinky Man). Aan deze tafel zat ook een man die een opvallende gelijkenis vertoonde met een personage uit The Neverending Story, een fantasy-film uit de jaren tachtig. In het originele boek heet het personage Pjeurnragzark, maar in de film heet hij Rockbiter. Een erg groot en doorgroefd gezicht en, tja, ook wel een beetje hetzelfde postuur eigenlijk...


Even terzijde: degenen die The Neverending Story weleens hebben gezien, kennen waarschijnlijk dit personage ook wel:


Dit is Falcor. En, om maar even wijsneuzerig te zijn: Falcor is GEEN hond! Het is een DRAAK. Het stoort me altijd zo om dat elke keer weer te moeten zeggen. Goed, wijsneus-moment afgelopen. Verder naar de volgende en laatste gast:

Frankenstein's Female Monster

Op tafel 35 zit een groep Amerikanen. Eén van de vrouwen aan de tafel loopt, praat en ziet eruit als Frankensteins monster. Heel charmant.

Friday, July 11

Gast Watch 01

Werken in het restaurant tijdens de vakantie is altijd een beetje raar. Om de één of andere reden krijg ik altijd het idee dat het ontzettend druk gaat worden, maar in mijn voorspellingen vergeet ik vaak dat half Nederland natuurlijk ergens op een buitenlands strand ligt bruin te bakken. Het resultaat: het is bijzonder rustig. Ander resultaat: de gekken komen naar buiten en gaan voor de verandering ook eens uit eten.

Vanavond hadden we zo'n avond dat er allerlei opmerkelijke gasten waren. Ik zal ze stuk voor stuk even doornemen, goed? Okee, daar gaan we:

1. De man met het ingewikkelde gezicht

Op tafel 25 zat vanavond een man die het ingewikkeldste gezicht had dat ik ooit gezien heb. Het is jammer dat ik geen foto van hem heb genomen (niet dat dat echt op prijs gesteld zou werden, denk ik, maar goed), want je zou het gewoon even gezien moeten hebben. De term 'ingewikkeld' dekt het ook niet helemaal eigenlijk. Het was voornamelijk rimpelig, maar om hem alleen maar rimpelig te noemen zou hem ook weer te weinig recht doen. Ik weet niet, hij had gewoon een markant gezicht, met plooien, wijd uit elkaar staande ogen, scherpe mondhoeken, een spannende bril en veel, HEEL veel rimpels. Nou ja, ik kan er ook niet veel van maken. Hieronder een plaatje dat eerlijk gezegd helemaal niet op de goede man lijkt, maar in ieder geval een man afbeeldt die bijhoorlijk gerimpeld en markant is.


2. De Shelley Duvall look-a-like

Tegenover de man met het ingewikkelde gezicht zat een vrouw die zó ontzettend op Shelley Duvall leek, dat ik er kriebels van kreeg. Shelley Duvall is een actrice die de rol van Wendy Torrance speelde in de originele The Shining en als ik haar gezicht alleen al zie, krijg ik al kippevel: die film is zó goed! En ze is nou ook niet iemand met een gezicht waar je meteen vlinders van in je buik krijgt, maar dat terzijde...


Zou het niet grappig zijn geweest als zij en haar ingewikkelde tafelgenoot de beroemde scenes zouden naspelen in het restaurant? Hmmm... Misschien niet zo handig eigenlijk, met een rennende, gillende Shelley Duvall look-a-like en een waanzinnige, ingewikkelde man met een bijl achter haar aan. Ook niet zo goed voor de deuren wellicht...



3. McLovin

Wie de film Superbad heeft gezien, weet nu meteen over wie ik het heb. Fogel, de stuntelige vriend van de hoofdpersonen in deze film heeft een nep-ID-kaart laten maken waar hij stom genoeg ook een behoorlijke nepnaam op heeft laten plaatsen: McLovin. Geen voornaam, alleen McLovin. Erg geloofwaardig.


En geloof het of niet, vanavond zat McLovins dubbelganger op tafel 32... met zijn moeder.

4. De strenge lerares

Vanavond hadden we een kleine borrel in het café. Een paar mensen van Q Music, onder wie Ruud de Wild en Barbara Barend (die is niet van Q Music, volgens mij, maar ze was er wel...) hinderden een paar uurtjes al ons eet-en-drinkverkeer door precies op elke plek te staan waar ze NIET moesten gaan staan. -zucht-. Onder de gasten bevond zich ook een vrouw die thuishoorde in een klaslokaal anno 1920. Boos en stoïcijns keek ze voor zich uit, alles scherp in de gaten houdend. Op haar neus een strenge uilenbril en het haar degelijk in een knotje. Op een gegeven moment werd haar duistere blik zo ernstig dat ik haar vroeg om wat minder boos te kijken. Gelukkig moest ze toen even lachen, maar het was slechts van korte duur: een halve minuut later was de omgekeerde glimlach weer op haar gezicht verschenen en hield ze weer strak alles aan tafel in de gaten.


5. Blondie

Hmmm, lastig. Aan dezelfde tafel van Q-Music zat ook een blonde jongen die ik volgens mij zou moeten kennen... Van tv of van de radio ofzo, ik weet het niet, maar het was een bekende kop. Heb Q-Musics site even afgespeurd, maar kon niets vinden. Jammer, want het was wel een hottie! Halflang blond krullend haar, vrij lang... Hmmm, meer weet ik eigenlijk niet te vertellen over hem... Had ik nou maar een plaatje van hem! Of sowieso een plaatje van een jongen met blond krullend haar!

Oh, ik heb een ideetje! Deze post is niet compleet zonder blonde hottie dus bij deze geef ik jullie de kans om je nuttig te maken! Stuur me alle blonde krullerige plaatjes die je kunt vinden, en dan kies ik de meest geschikte uit, die dan uiteraard een ereplaats krijgt binnen mijn blog! Voor degene die me het meest geschikte plaatje stuurt, maak ik iets leuks... beloofd!
Okeeee, let the games begin!!!!!

F*ck you in the ass

Mijn God, deze reclame heb ik jaren geleden ook al eens gezien en ik lag toen ook al in een deuk. Degene die de show steelt is wat mij betreft nog steeds die oude vrouw. Kijk haar eens lekker swingen :-D

Monday, July 7

De Grote Boodschap # 16

"Waarom ook niet?", dacht ik maandag toen ik even in Utrecht was en onderweg naar huis het bordje zag dat de richting aangaf naar de dichtstbijzijnde Albert Heijn. Ik moest immers nog boodschappen doen? Waarom niet Utrecht? Ik kende deze supermarkt toch al (zie De Grote Boodschap # 12), dus niets dat me belette. Na wat geprul met parkeren (er stond een aantal auto's wat knullig geparkeerd, waardoor er zeker 6 halve parkeerplaatsen waren ontstaan, maar geen enkele hele) lekker de winkel in, waar ik een tweetal dingetjes meemaakte. Dit is dus een verzamel-Boodschap, eigenlijk.

Heen en Weer.

Op zoek naar zowel kattenbakvulsel en pasta (niet voor gecombineerd gebruik, uiteraard) liep ik van hot naar her in de winkel. Ik had spijt dat ik niet vaker in deze supermarkt kom, zodat de indeling mij niet zo'n raadsel zou zijn. Hoe vaak ik ook van de versgeperste sapjes naar de kant-en-klare salades liep, ik kom in geen enkel gangpad de gezochte artikelen tegen. In mijn hoofd komt het liedje 'Heen en Weer' van Drs. P. op.



De Pilaar der Gezichtsuitdrukkingen

Toen ik uiteindelijk bij de kassa belandde (en daar de dierenartikelen vond), was ik getuige van een interessant verschijnsel. Twee vrouwen botsten bijna tegen elkaar aan met hun volgeladen karretjes. Vriendelijk glimlachend verontschuldigden ze zich tegenover elkaar en liepen verder. Eén van de vrouwen, een blonde, 35-jarige moeder (tenminste dat denk ik: zo zag ze er in ieder geval uit) hield de vriendelijke glimlach om haar mond toen ze verder liep, en ik voelde een vreemde genegenheid voor haar: wat een goedgehumeurde vrouw! Ik keek haar en haar glimlach na, zelf van binnen glimlachend, en verloor haar een halve seconde uit beeld toen ze achter een pilaar langsliep. Toen ik voorbij de pilaar haar gezicht weer zag, was alle vrolijkheid er als bij toverslag van verdwenen! Het was alsof ze ter plekke haar mond had omgedraaid. Kijk, ik ben ook niet gek. Ik snap heus wel dat je niet de hele dag kan glimlachen, al was het maar omdat het niet vol te houden is. Maar ik vond het wel frappant dat 's vrouws glimlach tijdens haar absurd korte tocht achter de pilaar langs was verdwenen. Kan het zijn dat de pilaar bepaalde gezichtsuitdrukkingsopzuigende krachten heeft?

Wednesday, July 2

Hallo, deel 2 (the story continues...)

Okee, in de vorige blog beschreef ik mijn ervaringen in de Stationsstraatgarage, ofwel de 'Hallo-garage'. Het werd weer eens zo'n lang verhaal dat ik gewoon niet toekwam aan het onderwerp waarover ik het eigenlijk in eerste instantie over wilde hebben. Nu dus verder.

Ik ging gisteren (intussen al eergister, nee wacht... eer-eer-gisteren... Nee, wacht: eer-eer... Nou ja, maandag dus) naar de Mediamarkt en had me onderweg al voorgenomen in de 'Hallo-garage' te parkeren. Leuk leuk leuk! Toen ik aankwam bij Hoog Catherijne en me opstelde voor de garage, zag ik echter een ontmoedigende gebeurtenis: een auto die voor de ingang van de garage stond om in te rijden, kwam ineens achteruit gereden, maakte een snelle draai en sloot toen aan in de rij voor de Radboudgarage. Ik kon eigenlijk al raden wat er aan de hand was, maar toch reed ik zelf ook even de oprijstrook voor de 'Hallo-garage' op om poolshoogte te nemen. Ja hoor: vol. Neeeeeee! Mijn lievelingsgarage vol!

Bah. Nu moest ik in het Radboud gaan staan. Het vieze, donkere, naar pis stinkende Radboud. Bah. Bah bah bah. Nou ja, vooruit dan maar. Ik reed achteruit de oprijstrook af, keerde, en reed bij het Radboud de oprijstrook weer op. Ik drukte op de groene knop, wachtte geduldig op het automatische hek en reed binnen. Toen: schrik! Wat krijgen we nou! Dit was niet het Radboud dat ik kende! Dit leek wel... dit leek wel... de 'HALLO-GARAGE'!! Wauw! Wanneer was dit gebeurd?

Alles fonkelde als nieuw, de kleurtjes sprongen me tegemoet, een frisse bloemetjesachtige geur kwam door mijn raam naar binnen. Wauw! Wat een meevaller zeg! Met een voldane grijns op mijn gezicht reed ik door de spiksplinternieuwe garage, de banden van Paul (mijn auto) piepend en krakend op de vers aangebrachte glanscoating. Ik was zo overgelukkig met deze verstopte verrassing dat ik zeker drie verdiepingen heb doorkruist voordat ik besloot dan toch maar de auto te parkeren en me naar de lift te begeven.

Aangekomen bij het halletje stond er al een mevrouw te wachten op de lift. Er waren er twee: een linker en een rechter. Okee, dat spreekt een beetje voor zich. De mevrouw had al een op een knop gedrukt en nèt toen ik de hal binnenkwam ging de linkerlift open. Snel stapte ik achter de mevrouw aan en begaf me in de lift. De vrouw stond wat onderzoekend om zich heen te staren en gaf over het algemeen de indruk wat warrig te zijn. Overigens leek ze ook op Yeardley Smith (de stem van Lisa uit de Simpsons), maar dat terzijde.



Ik vroeg me af wat er met de mevrouw aan de hand was en volgde haar blik. Ze keek, zo bleek, naar het paneel met de liftknopjes en toen de deur zich sloot zag ik wat het probleem was: er was geen knopje voor de winkeletage op verdieping 1! Op de plek waar de knop had moeten zitten bevond zich een slotje. De andere verdiepingen hadden wel een knopje en ik keek Yeardley even aan: wat te doen? Stilzwijgend besloten we gezamenlijk dan maar naar verdieping twee te gaan en vanaf daar te bekijken hoe we bij de winkels zouden komen. Terwijl Yeardley op de knop duwde, zag ik een bordje boven het knoppenpaneel: DEZE LIFT STOPT NIET OP DE WINKELETAGE. Fijn. Handig. Lekker op tijd, hoor.

Hoewel Yeardley op de knop had gedrukt, gebeurde er bar weinig met de lift. Stil bleef hij hangen op de etage waar we ons al bevonden, zijn functie als lift verzakend. Net toen ik iets wilde zeggen en wellicht een actie ondernemen, klonk er een gekraak en begon de lift langzaam omhoog te klimmen. Tergend langzaam gingen Yeardley en ik omhoog, nog steeds niet sprekend en berustend in ons niet-winkeletage-bereikend lot.

PING klonk het en de deur aan de andere kant van de lift ging open. Voorzichtig slopen we eruit en keken om ons heen. We bevonden ons in een luxueus aangeklede lobby met een jaren-tachtig-look: roze voorkleed, gouden accesoires. Er was helemaal niemand, we hoorden geen enkel geluid en ook de wegwijsbordjes gaven ons geen enkele bruikbare hint over waarheen te gaan. Er ontstond de neiging om de lift weer in te duiken, maar helaas: de deuren sloten zich al... Even drentelden we een beetje rond in de lobby en toen kwam Yeardley op het goede idee om dan de andere lift maar eens te gebruiken. Uiteraard bevonden we ons nu aan de andere kant van de liftschacht, dus de linkerlift bevond zich nu rechts en vice versa. Derhalve kozen we nu wederom voor de linkerlift, in de hoop daar wel een knop te ontdekken die ons op de plaats van bestemming kon afleveren.

Yeardley drukte op de knop en we wachtten. En wachtten. En wachtten. Ik denk dat we wel vijf minuten hebben staan wachten op 's werelds langzaamste lift. Toen EINDELIJK de deuren zich openden, spoedden we ons naar het knoppenpaneel en ontdekten daar tot onze vreugde een knopje bij het cijfer 1! Geheel tegen de verwachting in was de lift erg snel, en binnen de kortste keren waren we op de winkeletage. We stapten naar buiten en ik wilde nog even iets vriendelijks zeggen tegen Yeardley, maar ze was al weg...

Aan de hand van deze twee verhalen (de 'hallo-garage' en 'Yeardley en de lift') heb ik geconcludeerd dat er iets aan de hand is met Stationsstraat en Radboud. Iets sinisters, iets mysterieus... Schijnbaar trigger ik iets in deze plaatsen die de vreemde gebeurtenissen doet voorkomen?

Ik kan in ieder geval niet wachten om weer eens in Utrecht te gaan parkeren!

Tuesday, July 1

Hallo, deel 1 (het voorafgaande verhaal)

Om te begrijpen waarom ik gister raar opkeek toen ik mijn auto parkeerde in een parkeergarage in Utrecht, moet ik eerst het volgende verhaal vertellen.

Op een bepaald moment in mijn leven bevond ik mij in een vreemde situatie. Ik praatte met een ontlichaamde stem, die mij instructies poogde te geven over waar ik heen moest en hoe ik mijn probleem moest oplossen. Helaas was de stem erg onduidelijk en...

Sorry? Je snapt niet waar ik het over heb? Oh... Okee dan, ik zal even vanaf het begin beginnen.

Twee jaar geleden ging ik met vriendin K naar de bioscoop in Utrecht. Ik was met de auto vanuit Hilversum, K -die zelf in Utrecht woont- kwam met de fiets. Ik had mijn auto geparkeerd bij het station, waar vier parkeergarages zijn, allemaal op een rij en allemaal onder Hoog Catherijne, het winkelcentrum bij het station. Het makkelijke van die vier garages is dat je je parkeerplaatskeuze kunt afstemmen op je winkeldoel. Ik bedoel: iedere garage heeft -naast een uitgang beneden- een uitgang in het winkelcentrum, maar iedere op een andere plaats. Je kunt dus zó parkeren dat je je meteen op de meest praktische plek bevindt als je de uitgang uitkomt.

Ondanks dit handigheidje kies ik meestal voor garage Spoorstraat (of is het nu Stationsstraat? Ik vergeet het telkens...) omdat dat de al-ler-mooi-ste parkeergarage is die ik ooit heb gezien. Echt, ik weet dat het raar klinkt, maar als je hem vergelijkt met Radboud, de garage ernaast, zijn de verschillen overduidelijk. Bijvoorbeeld: Radboud is gebouwd van grauw, grijs, vies beton, Spoorstraat heeft allemaal mooie kleurtjes en glimt aan alle kanten. Zie dit plaatje!


Verder: Radboud stinkt naar pis, Stationsstraat (ben er net achter gekomen dat dat de echte naam is toen ik dat plaatje zocht) ruikt naar... niks eigenlijk. Gewoon...fris. Radboud is vol met enge donkere schaduwen, Stationsstraat is licht en fonkelend. I love it!

Nou ja, hoe dan ook, ik parkeer gewoon graag in de Stationsstraat, dat wilde ik maar zeggen. Het DOET er ook helemaal niet toe dat ik daar graag parkeer, alleen leek het me leuk om het even te illustreren WAAROM ik in die parkeergarage stond.

Goed, terug naar mijn verhaal. Ik had dus daar geparkeerd en toen we na afloop van de film terugkwamen bij de garage -K was even meegefietst naar de garage- nam ik afscheid, gebruikte mijn inrijbonnetje om de garage binnen te komen en stapte de doodstille (maar nog steeds fonkelende) garage in. Er stonden bijna geen auto's meer en ik had geen moeite om mijn blauwe racemonster te vinden. Op een afstand zag ik hem staan, wierp hem (ja, hèm. Mijn auto is een man. Een man genaamd Paul, op zijn Frans uitgesproken) een liefdevolle blik toe en wilde gaan betalen. De betaalautomaat bevindt zich bij de uitgang van de garage (waar je ook lopend binnenkomt), zodat, mocht je vergeten zijn te betalen en voor de uitgang staat, je snel nog even de auto uit kunt spurten om het verschuldigde bedrag te vereffenen). Ik stond nu dus met mijn portemonnee in de aanslag bij de automaat en schrok van een papiertje dat op het schermpje zat geplakt. DEFECT, stond erop, en even sloeg de schrik me om het hart: wat nu?! Ik keek of K er nog was, om me van advies te voorzien, maar ze was al vertrokken. Ik keek weer naar het papiertje en zag nu iets onder de eerste schrikwekkende boodschap staan: BETALEN BIJ DE AUTOMAAT BIJ DE MEDIAMARKT.

Okee! Mooi, probleem opgelost. De Stationsstraatgarage heeft zijn uitgang in het winkelcentrum vlakbij de Mediamarkt, en daar stond uiteraard ook nog een betaalautomaat. Fijn zo. Ik liep snel naar de trap die naar de bovenuitgang van de garage leidde en snelde de treden op. Boven aangekomen kwam het paniekdiertje weer terug: de deur was dicht! Ik kon het winkelcentrum niet in! Duh! Het was half twaalf! Waar zat ik met mijn gedachten!? Natuurlijk was het winkelcentreum dicht... -Zucht- Okee, wat nu? Hmm, dacht ik, misschien is het gewoon vrij uitrijden nu? Ik kan het allicht proberen... Ik ging de trap weer af, liep naar Paul toe, en reed richting uitgang. Met kloppend hart opende ik mijn raam en voerde het parkeerbonnetje in in het uitrijdapparaat. BLIEP! zei het uitrijdapparaat en spuwde mijn kaartje weer uit. NIET AFGEREKEND verscheen in het kleine schermpje...

Damn! Daar stond ik dan! Midden in de nacht in een verlaten (maar nog steeds fonkelende en frisse) parkeergarage! Ik zette de motor uit, bleef even rustig zitten en dacht na. Toen ik nergens op kon komen stapte ik uit en liep naar de betaalautomaat waar ik eerder ook al bij had gestaan. Gek genoeg zat het briefje met DEFECT er nog steeds op en wanhopig keerde ik me weer om en besloot half om dan mijn auto maar weer te parkeren en een trein te gaan pakken. Onderweg naar mijn auto gebeurde er echter iets dat me deed verstijven: een holle, echoënde stem galmde door de garage: "hal---loooooo...". Ik stond stokstijf stil, terwijl de klank nog heen en weer rolde tussen de muren, telkens wat kracht verliezend, maar in mijn hoofd heel luid doorklinkend. Langzaam keek ik om me heen, op zoek naar een persoon waar deze stem bij hoorde. Mijn blik gleed over de paar verlaten auto's, de grote lege ruimte en de witte pilaren. Niemand. Had ik dit verzonnen? Speelde mijn fantasie spelletjes met mijn oren...?

Toen ik zo twintig seconden had stilgestaan, had ik mezelf ervan overtuigd dat het mijn fantasie wel MOEST zijn geweest. Ik vervolgde zachtjes mijn tocht naar mijn auto, was er bijna en verstijfde toen de Stem wederom klonk: "hal---looooowww...".

Okee, niet mijn fantasie dus... Ik draaide snel mijn hoofd om te zien waar de klank vandaan kwam, maar opnieuw zag ik niemand. Verdorie! Ik verzamelde al mijn moed en zei met pieperige stem, als een meisje alleen thuis in een horrorfilm: "Hallo? Wie is daar?"

Even hoorde ik niets. Toen, harder deze keer, klonk het weer: "Halloooo..."

"Hallo? Ja, hallo?" zei ik angstig, de ruimte om me heen afscannend. Ik voelde me toèn al stom (niet zo stom als ik me nu voel, nu ik het verhaal weer vertel, maar goed), maar wat moest ik anders? Ik had hier kennelijk te maken met een ontlijfde Stem die met me probeerde te communiceren...

"Hallooo...Moet ...uitgang brummmbll..."

Ik verstond er niets van. "Ik moet...wat? Wat moet ik? Ik versta u niet!"

"Brrrmmb... andere... automaat...betalen..."

Ik moest bij de andere automaat betalen? "Dat heb ik..ehm, al geprobeerd...? De deur is dicht...", zei ik tegen de Stem.

"Nee... andere...brrrnmmbllll...betalen..."

"Ik... andere...wat? Ik versta u niet goed!" Ik keek nog eens wanhopig om me heen, maar er was echt niemand. Alleen Paul met zijn deur open, klaar om te gaan, met alleen een slagboom en een automatisch hek tussen hem en de buitenwereld. Die kon me ook niet helpen. Ik keek verder en zag ineens een lichtje knipperen op de betaalautomaat. Ineens drong het tot me door: iemand van de parkeerwacht sprak met me! Snel liep ik naar de automaat en sprak in de intercom.

"Hallo? Ik versta u niet goed!"

"HALLO!", klonk het keihard nu ik zo dicht bij de bron van de Stem was en ik deed een stap achteruit.

"U MOET BIJ DE ANDERE GARAGE BETALEN!", schreeuwde de Stem, waarvan de eigenaar ongetwijfeld dacht dat ik doof was. "BIJ RADBOUD AAN DE OVERKANT!", vervolgde hij, met duidelijk doorklinkende irritatie.

"OKEE!", schreeuwde ik in de intercom en spoedde me naar de uitgang. Buiten stak ik gauw de straat over naar Radboud, waar een zoemend geluid aangaf dat de deur geopend was. Ik ging naar binnen en zag onderweg naar de betaalautomaat de bron van de Stem: een dikke, norse man zat onderuitgezakt op een draaistoel in een bewakershokje met allemaal televisieschermen voor zich. Op elk scherm was een beeld te zien van de garages Radboud en Stationsstraat. Op één beeld zag ik Paul staan, zijn deur nog geopend. Ik besefte hoe ontzettend debiel ik eruit moet hebben gezien voor de dikke man: in de lege ruimte pratend en angstig om me heen kijkend. De dikke man stak even zijn hand naar me op en knikte met op zijn gezicht een spottende glimlach. Ik stak een vinger op, en rekende heel snel af.

Sinds die dag heet de Stationsstraatgarage de 'Hallo-garage'.

Zo, dat was de introductie, en dan nu wat me gisteren zo verbaasde... En wel HIER.