Moeder was verslagen, dat wist ze. Nu ze eenmaal had toegegeven wist ze dat er geen weg terug was. 's Avonds, toen ze weer woelend tussen de lakens lag, scharrelden kaasvlinders als kwaadaardige insecten door de donkere gangen van haar dromen en toen ze uiteindelijk nat van het zweet en met een klein kreetje wakker schrok, wist ze dat het tijd was voor háár om te veranderen en niet voor Magda.
En dus liet ze het begaan. Braaf kocht ze iedere dag een pak kaasvlinders voor Magda, en twee voor op zondag. Dat ging zo een jaartje of drie goed, tot er iets vreemds gebeurde.
Op een koude middag in januari kwam Magda thuis van school. Ze gooide haar schooltasje op de bank en ging er vervolgens met rode wangen van de kou naast zitten. Moeder had haar binnen horen komen en liep naar de woonkamer met een schaaltje kaasvlinders in haar hand. "Hai Magda", zei ze vrolijk en ze zette het schaaltje op tafel. "Hee, mam", zei Magda zachtjes met een treurige stem. Moeder, die alweer op de terugweg was naar de keuken, keek om. Wat klonk dat kind zielig? Voorzichtig ging ze naast het meisje op de bank zitten. "Magda? Gaat het, meisje? Was het niet leuk op school?" Ze haalde een hand door Magda's zwarte haar terwijl haar dochter een diepe zucht slaakte. "Nee", kwam er zachtjes uit. "Nee?" herhaalde moeder en ging er eens voor zitten. "Wat was er dan? Gingen de andere kinderen je plagen?" Moeder was er stiekem bang voor dat andere mensen haar dochter als raar zouden zien, net zoals de andere kinderen háár raar hadden gevonden door haar beugel. "Nee", zei Magda nu en keek haar moeder vreemd aan. "Ik heb me pijn gedaan met gym". Opluchting golfde door moeder heen: pijn gedaan met gym! Als dat alles was! Met pijn kon ze wel overweg, dat was een peuleschil.
"Oh jee, toch!" zei moeder op typisch moederlijke toon. "Waar dan? Laat eens even kijken...", zei moeder en ze begon meteen aan haar dochter te frunniken. Magda onttrok zich aan de handen van haar moeder en jengelde: "Nee-heehee!" en probeerde weg te lopen. Toen ze opstond en in de richting van de keuken ging, zag moeder duidelijk dat haar dochter hinkte. "Jeetje Magda!" zei ze, "Dat ziet er niet goed uit! Heb je last van je been?" De schouders van Magda gingen omlaag en met een zucht kwam er een 'ja' uit. Magda's moeder kwam in complete bezorgde moeder-modus terecht en stond gedecideerd op. Gekneusde enkels, gescheurde kniebanden en verrekte spieren gingen al door haar hoofd toen ze zei: "Nou, hup! Doe je jas maar weer aan! We gaan naar de Eerste Hulp." "Ma-ham!", zeurde Magda, maar het mocht niet baten: moeder was vastbesloten en een paar minuten later zaten de twee in de auto onderweg naar de Eerste Hulppost, Magda met een paar kaasvlinders in haar hand, moeder nerveus neuriend achter het stuur.
Dokter Blaasman keek niet raar op toen hij Magda's moeder binnen zag komen. 'Wat zou dat mens nu weer hebben', dacht hij nors. Zijn norsheid veranderde in verbazing toen bleek dat het deze keer niet Magda's moeder betrof die hij moest behandelen, maar Magda zelf. Hij tilde het meisje op zijn behandeltafel en keek eens goed naar Magda's linkerbeen, waarvan Magda zei dat het pijn deed. De dokter kneep, duwde en voelde en zo af en toe gaf Magda een klein ingehouden kreetje van pijn als hij iets te ruw was. De dokter kreeg eens steeds diepere frons in zijn voorhoofd terwijl hij bezig was. "Krijg nou wat", mompelde hij, en "Jeetjemineetje". Magda's moeder stond zenwuachtig frunnikend met een zakdoek naast hem en zoog telkens wanneer de dokter iets zei, scherp een beetje adem naar binnen.
Ten lange leste stond de dokter op, wreef met een vlakke hand over zijn voorhoofd alsof hij zijn frons wilde wegstrijken en haalde toen zijn schouders op. "Tja", zei hij verward, "dat been is gebroken." Magda's moeder sprong zowat een meter de lucht in: "GEBROKEN? Gebroken zegt u?! Hoe kan dat? Zou ze niet moeten gillen en schreeuwen en huilen, dokter Blaasman?! Zou ze niet over de grond moeten rollen van pijn?"
De dokter haalde sullig nog maar eens zijn schouders op. Hij pakte een pen uit zijn borstzakje en hield die even boven het rapport dat hij wilde invullen, maar stopte de pen na een paar seconden onverrichterzake maar weer terug. Wat moest hij in hemelsnaam opschrijven? "Zou ik... u even in de wachtkamer kunnen spreken?" vroeg hij toen aan Magda's moeder, die alleen maar zenuwachtiger en springeriger werd van zijn geheimzinnigeheid en onbesluitbaarheid. Snel knikte ze en liep hem achterna de wachtkamer in. Voordat ze de deur sloot, keek ze nog even bangig om naar Magda, die daar alleen zat. Toen deed ze zachtjes de deur achter zich dicht.
Magda, haar been lang niet zo pijnlijk als het had moeten zijn, keek een beetje om zich heen en haalde nog maar een kaasvlinder uit haar zak. Genietend van de romig-zoute smaak knabbelde ze eraan, tot ze zich ineens bijna verslikte bij het horen van haar moeders kreet dwars door de deur heen: "WAAAA-AAAAT!!!??"
Einde Deel 2
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment