Thursday, October 16

Magda en de Kaasvlinders - Deel 4

Op een stormachtige woensdagmiddag zat Magda met een boek op haar bed. Een stapel lege kaasvlinderverpakkingen lag rommelig naast haar nachtkastje en een schaaltje met verse kaasvlinders stond erop. Het boek, een spannend verhaal, hield Magda volledig in beslag: ze zat geconcentreerd voorovergebogen met haar neus tussen de bladzijden en zelfs het gerommel van moeder de het huis aan het stofzuigen was, hoorde ze niet eens. De gordijnen van Magda's slaapkamerraam wapperden driftig door de kille wind die door het halfopenstaande raam gierde en zo nu en dan rilde Magda door de koude vlaag die langs haar nek streek. Elke keer als ze dat deed klonk een zacht knisperend geluid. Het geluid van bros, krakerig deeg...

Tja, het was al een beetje te voorzien: door het vele kaasvlinder-eten was Magda's aandoening verergerd. In de loop van de tijd was ook Magda's andere been gaan veranderen in een krokante en smeuige substantie. En daar bleef het niet bij: de goudkleurige gloed van haar benen was langzamerhand doorgetrokken naar boven. Binnen de kortste keren waren haar buik, haar borst en haar schouders ook voorzien van een geurige en knisperige laag. Zelfs haar armen en handen begonnen al tekenen te vertonen van verkaasvlindering! Als Magda nu door het huis liep, was constant een krakend geluid te horen.

Het verhaal was echt heel spannend: in een donker bos zat een prinses gevangen in de grot van een draak en in het hoofdstuk waarin Magda nu bezig was, ging de knappe prins juist op zoek naar haar in de donkere, tochtige gangen van het stenen labyrinth. Terwijl de wind om het huis gierde, sloeg Magda de bladzijde om. Ze was zo geconcentreerd dat ze niet eens de felle bliksemschicht zag die buiten de straten oplichtte. Terwijl de prins in het boek juist een geheimzinnige deur naderde, stak Magda zonder te kijken haar hand uit naar het schaaltje kaasvlinders. Op het moment dat de prins de deur opende en Magda met haar vingers langs de rand van het schaaltje tastte, klonk een enorm luide donderklap. Met een kreetje van angst ging een schok door Magda's lichaam. KRAK! klonk er en prompt liet Magda haar boek vallen. Verbaasd keek ze naar het schaaltje. Haar ogen werden groot: vastgeklonken aan het schaaltje zat haar hand. Los. Zonder dat haar arm eraan zat. Langzaam en met bonkend hart bracht Magda de stomp van haar rechterarm naar haar gezicht. Trillend bij de gedachte aan bloed keek ze met half dichtgeknepen ogen naar de stomp. Geen bloed. Helemaal niets. Alleen een hoop gebroken deeg. Ze keek weer naar de hand. Ook daar geen bloed, maar alleen goudkleurige kruimels.

'Oh jee, oh jee!', dacht Magda. 'Wat nu!' Even raakte ze bijna in paniek, en toen herinnerde ze zich ineens hoe haar moeder het oploste als ze zich weer eens stootte. 'Nat maken en vastplakken!', bedacht ze en ze stond al op het punt om naar de badkamer te lopen, toen ze eens goed luisterde en haar moeder op de trap hoorde, een beetje neuriend tijdens het stofzuigen. Moeder zou helemaal doorslaan, bedacht Magda en zakte weer terug op bed. Maar wat dan? Magda fronsde, diep in gedachten, terwijl ze een oplossing probeerde te verzinnen. Ineens kwam het bij haar op: het was zo simpel! Waarom had ze daar niet eerder aan gedacht! Ze kon haar hand natuurlijk gewoon natmaken met haar tong! Het zou zo makkelijk zijn als een envelop dichtplakken! Vol goede moed nam Magda voorzichtig haar hand van het schaaltje en bracht hem naar haar mond. Op het moment dat de goudkleurige stomp haar tong raakte, was Magda verloren: een zalige smaak, lekkerder dan 1000 van de beste gebakken kaasvlinders bij elkaar, beroerde haar smaakpapillen. Een trillerige zucht ontsnapte aan Magda's lippen: zoiets heerlijks had ze nog nooit geproefd! Wat een cremigheid! Hoe fantastisch smeuig!

En, hoewel ze in haar achterhoofd wist dat het geen goed idee was, nam Magda een hapje van één van haar vingers...

Moeder had moeite met het snoer van de stofzuiger. Verdorie! Altijd te kort voor de hele trap, dacht ze nors, en ze liep naar beneden om de stekker los te maken. Met de losse stekker liep ze de trap weer op: dan maar inpluggen in Magda's kamer, dacht ze en nietsvermoedend deed ze de deur van haar dochters kamerdeur open. "Sorry, lieverd, maar ik moet even...", begon ze, maar daar stokte haar stem. Haar ogen werden groot en de stekker viel uit haar hand. Eigenlijk wilde ze gillen, maar veel meer dan een fluitende zucht kwam er niet uit. Vol ongeloof staarde ze naar haar dochter. Of wat daarvan over was...

Op het bed lag enkel Magda's hoofd, haar mond omrand met kruimels. De ogen gesloten, druk kauwend en met een gelukzalige grijns lag het hoofd licht heen en weer rollend midden op het gebloemde dekbed.

Moeders hand grabbelde naar de deurklink en raakte enkel een vaasje (in de vorm van een vlinder) dat op een kastje stond. Rinkelend viel het vaasje op de grond en de ogen in het hoofd gingen open. "Oh... Hoi, mam", murmelde het Magda-hoofd en dat was het moment waarop Magda's moeder eindelijk genoeg lucht vond om luidkeels haar gezonde geest uit haar lichaam te gillen...

EINDE