Tuesday, October 6

Blugh

Waarom, oh, waarom ben ik nu weer verkouden? Zo'n meeloper ben ik nu ook weer niet. Ik bedoel: als iedereen het doet, hoef ik het ook niet zo nodig. Behalve met die klaparmbandjes in de jaren 90; die heb ik ook gehad.

Goed, terzake.

Ik vind dat ik weer eens wat meer moet bloggen. Daar ben ik vast de enige niet in! Het probleem is: mijn breins verhalenfilter is ofwel verstopt of juist kapot: er blijft veel te veel inhangen en dan kan ik niet besluiten waarover ik het moet hebben, of alles valt er doorheen...

Nou ja, ik focus me maar gewoon op de kleine dagelijkse dingetjes dan!

-------------------------------------------------------------

Ik werd vanochtend uit mijn bed gedeurbeld door de aannemer die een half jaar geleden de renovatie van mijn appartementencomplex heeft overzien. Vrolijk lachend stond hij naar me te kijken toen ik de deur opendeed, gekleed in ochtendjas, met stoppels, mega-verkoudheids-opzwelling, dikke wallen, haar (haha) in de war en knijpend met ontbrilde net-wakker-ogen. 'Gooeeeeeeeeeedemorgen!!', bulderde hij, om vervolgens een klein kreetje te slaken en een sprongetje opzij te maken toen Mees naar buiten schoot. "U had een lekkage?"

Dat is waar: ik heb een lekkage. Nou ja, niet ik persoonlijk, maar wel het huis waarin ik woon. Het is vreemd, want alle platdaken zijn opnieuw geteerd, geisoleerd enzo, toen er aan het huis gewerkt werd. Mijn bovenbuurman had nog opgemerkt dat de werkmannen het allemaal helemaal verkeerd deden, zoals bovenbuurmannen dat nu eenmaal altijd doen, maar blijkbaar had hij toch gelijk gehad...

Het begon eerder deze week toen ik net naar bed wilde gaan. Ik hoorde een vreemd gespetter in de gang en heel even dacht ik dat Mees misschien besloten had dat het buiten te koud werd om te plassen en zijn urineeracties naar binnen had verplaatst. Het was niet zo: in de gang lag een klein plasje water en aan het plafond hingen een paar druppeltjes. 'Damn' dacht ik. 'Wat nu?' Het antwoord op 'wat nu?' was op dat moment 'ik kijk er morgen wel naar' (heel productief: ik weet het).

De volgende ochtend was het plasje weg (hoe?) en er hingen ook geen druppeltjes meer. 'Hmm, probleem opgelost' dacht ik bij mezelf en opende de deur naar de gang. Het probleem leek niet te zijn opgelost, maar was wel verplaatst, bleek uit de plas water die daar lag. 'Ugh', dacht ik. Wederom volgde: 'wat nu?'. Deze keer was het antwoord: 'ik kijk er straks wel naar', want ik moest naar mijn werk...

Toen ik thuiskwam, had buurman O. een kliko in de gang gezet die de gestaag vallende druppeltjes opving. Op mijn deur had O. een briefje gehangen met daarop de mededeling dat een loodgieter was gebeld. Lang leve O.!

En dus, deze ochtend, stond de aannemer voor de deur. Op zijn vrolijke 'Gooeeeeeeeeeedemorgen!!' wilde ik reageren met een vriendelijke respons, maar meer dan kraak kon ik niet voortbrengen. Het was een beetje als dit:



Goed, allengs kwam mijn stem op gang en bracht ik de goede man op de hoogte. Na een uur (ik was tegen die tijd semi-fris en semi-fruitig) belde hij weer aan en duwde hij een ijzeren pin in mijn gezicht.

Wat bleek? De partytent die de bovenbuurman had opgezet op zijn balkon was vastgezet met die ijzeren pin en die was dwars door de teer- en isolatielaag heengegaan. Ironie...

No comments: