Monday, November 26
De Allerdroevigste Geschiedenis met de Zwavelstokjes
Paulientje bleef te huis, alleen,
Naar tante gingen de ouders heen;
Zij was een kleine lachebek
En liep al zingend door 't vertrek; -
Daar zag ze op eens een doosje staan,
Met zwavelstokjes volgelaan:
"Ei!" riep Paulien, "dat zou voor mijn
"Een recht pleizierig speelgoed zijn."
En zoo gezegd, -en zoo gedaan, -
Zij stak een zwavelstokje aan.
En Pietje en Mietje, 't kattenpaar,
Dat zag vermanend op tot haar,
Zij dreigden 't meisje met den poot:
"Bedenk toch, dat Papa het verbood!
Mio! Miaauw! Mio! Miaauw!
Och toe, Paulientje, laat dat gauw!"
O, schrik! Haar kleertjes vatten vlam!
Ach! dat ze ook aan dat doosje kwam!
Daar brandt de hand reeds en het haar,
En eind'lijk brandt ze heelegaar.
En Pietje en Mietje schreiden,
Zo droevig met haar beiden:
"Komt hier! Ter hulp! och komt gezwind!
"Komt ouders! Komt! Daar brandt uw kind!
"Miaauw! Mio! Miaauw! Mio!"
Och, Pietje en Mietje schreiden zoo.
Verbrand is 't meisje heelegaar,
Het arme kind! met huid en haar;
Ze is tot een hoopje asch vergaan,
Waar enig haar' schoentjes nevens staan.
En Pietje en Mietje schreiden,
Zoo droevig met haar beiden:
"Mio! Miaauw! Mio! Miaauw!
"Och, dat zij 't ook niet laten wou!
"Wij minden haar zoo teeder,
"Nu zien wij haar niet weeder."
Uit 'Paulientje met de Zwavelstokjes', circa 1900
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
3 comments:
Haha nice... (Nogmaals: lees Edward Gorey!!! http://users.aol.com/emarko/gorey.html - You'll love it! :)
Gorey blijft geweldig. Mijn favoriet is dat jongetje met de muizen... (devoured by mice)...
eigenlijk is het gewoon horror!
Post a Comment