Monday, August 11

Amsterdam & De Grote Boodschap # 18

Vandaag ging ik weer eens naar Amsterdam voor een persvoorstelling. Ik had mezelf drie kwartier toegestaan voor het rijden: kort voor mijn doen! Ik had echter zo'n vertrouwen in mijn alternatieve route (moet tussendoor want de S116 is afgesloten) dat ik dacht dat ik het wel zou redden. Alles ging goed: ik was zo door Bussum heen (moest via Bussum, want de weg naar de A1 via H'sum is OOK al afgesloten, grrr) en belandde vlotjes op de A1. Het verkeer reed lekker door en het was niet al te druk, dus ik was al trots op mezelf: 'Goed zo, Wouter! Zie je wel dat je niet drie uur van tevoren hoeft te vertrekken?'

En toen sloeg het (eerste) noodlot toe: de brug was dicht. Of open. Of hoe dat ook heet. Hij was in ieder geval gesloten voor mij en geopend voor boten. Nou ja, hoe dan ook: ik kon niet verder. Ik zal de discussies over een open of gesloten brug maar overlaten aan Marc Marie Huijbrechts.

Ik stond dus tien minuten stil voor de brug. Fijn. Ik durfde niet te kijken hoe laat het was, uit angst een tijd te zien die ik niet wilde zien en zat naar de in de verte voorbijkomende masten te kijken. Eindelijk, EINDELIJK mochten we verderrijden en durfde ik dan toch maar een blik te werpen op de klok. Opluchting golfde door me heen: ik had nog 25 minuten!! Gelukkig maar, zeg!

Ik reed snel de Ring op, nam de afslag S115 en volgde de route die ik had uitgestippeld zonder problemen. Tenminste, dat dacht ik. Toen ik na een paar afslagen naar links en rechts nog steeds de juiste straatnamen op de bordjes zag, werd ik overmoedig: innerlijk feliciteerde ik mezelf met mijn uitstekende richtings- en kaartgevoel.

En toen reed ik verkeerd.

Ik heb het volgende halfuur aansluitend gedraaid, gezocht en gevloekt en uiteindelijk kwam ik op de één of andere manier op de S116 uit. Die eigenlijk afgesloten moest zijn.

Dat was hij dus niet en mopperend vervolgde ik de vertrouwde route naar Pand Noord, waar de persvoorstelling werd vertoond. Ik rende van de parkeerplaats naar binnen en sloop de donkere zaal in. Gelukkig had ik maar een paar minuten gemist, maar reken maar dat ik de volgende keer weer drie uur van tevoren vertrek!

***

Toen de film was afgelopen, besloot ik boodschappen te doen in de nabij gelegen Dirk. Ik bedoel: ik was er nu toch? Ik liep dus richting winkel en tijdens mijn korte tochtje naar de schuifdeuren besloop me een raar gevoel: wat was dit voor buurt? Wat waren dit voor typische mensen? Vóór me liep een man in korte broek met extreem behaarde benen en een dik bebaard gezicht. Hij glimlachtte naar iedereen die hij aankeek en hij was degene die me bij de schuifdeuren voorging. Ik werd nog bijna omver gelopen door een soort enorme dokwerker-achtige Latino met een bandana om zijn hoofd, die vanuit zijn overall luidkeels met zijn sprieterige, hoerige hoogblonde vriendin praatte.

In de winkels sprongen de tranen me bijna in de ogen: dit was te mooi om waar te zijn. In deze winkel zou ik materiaal kunnen opdoen voor wel 20 Grote Boodschappen! Ik besloot mijn ogen goed de kost te geven en liep wat rondjes door de supermarkt. Een vrouw met een uitgezakt hondengezicht keek me dreigend aan toen ik per ongeluk tegen haar wagentje stootte. Misschien niet zo gek dat ik dat deed, want ik was gefascineerd door een vrouw aan de andere kant van het gangpad. Gekleed in een ultrakort minirokje en een niets verhullend topje laveerde ze van kant tot kant. Een enorme zwiepende leren jas hing om haar schouders. Was dit... een prostituee? Ik kon geen enkele andere reden bedenken voor haar uitdagende kledij.

Iemand anders trok alweer mijn aandacht. Had die man daar een kurketrekker in zijn oor? En daar, die vrouw: had zij echt een jaren zeventig vaalgeel broekpak aan? Wauw!

Ik sloot uiteindelijk, na een halfuurtje mijn ogen uitkijken, aan bij de kassa en wachtte tot de schele caissiere (ze heette Ilse volgens haar naamplaatje) me zou helpen. Toen ik aan de beurt was zei ze me met lage stem "Hallo-o-o-o..." tegen me. Even keek ik haar nog wat langer aan. Was Schele Ilse een man? Ja hoor... haar Dirk-blousje kon een adamsappel niet verhullen.

Toen ik buiten was, en aan Ilse's scheve ogen dacht (en een fietsende, besnorde dwerg ontweek), besefte ik ineens dat ik juist degene was die scheef was in deze supermarkt. Ik moet wel een vreselijke kakker geweest zijn met mijn polootje en geruite broek...

Deze supermarkt verdient nog een bezoekje...

1 comment:

sytske said...

geruite broek?? Wautje!! Kom op!