Friday, June 27

Cat Court, deel 2

Hieronder volgt deel twee van het verslag van de zaak Kitten vs Je-Weet-Wel-Kater tussen dhr. I. Joosen en mej. L. Joosen, gehouden op 26 juni jl. in de tuin van 'de dikke'.

Aanwezig waren:

Edelachtbare D. (Daniël), rechter, buurtkattenvoorzitter
Dhr. N. (New Cat On The Block), buurtspeeltjesbeheer, advocaat mej. L. Joosen
Dhr. E (Evil White Cat), muizenopzichter van regio Gooi en Omstreken, advocaat dhr. I. Joosen
Jury bestaande uit diverse buurtkatten

Dhr. I. (Icarus) Joosen, zwart, bal-loos
Mej. L. (Lotje) Joosen, wit/grijs/oranje, minderjarig

Notulen: zelden geziene rode kater

[rechtzaak voortgezet om 20:30 u, na het ontwaken van de aanwezigen]

D: Orde alstublieft, orde! Dank u. Gaat u zitten allemaal.

[alle aanwezigen nemen plaats, en versnaperingen in de vorm van gedroogde muizenoogjes worden uitgedeeld]

D: Goed. Voortzetting zaak Kitten vs Je-Weet-Wel-Kater tussen de heer Icarus Joosen en mejuffrouw Lotje Joosen. Stilte graag! Kunnen die muizenoogjes ook even hier naaroe doorgegeven worden? Dank u.

[rechter D. slurpt wat knapperige oogjes naarbinnen]

D: Hmmmm, heerlijk. Veldmuis met een korstje van mussensnavel, hè? Erg lekker. Goed, vóór de schorsing hebben we het verhaal van meneer Joosen gehoord. Ik stel voor dat we nu doorgaan met het statement van mejuffrouw Joosen en daarna kan de jury zich terugtrekken achter de kliko's om tot een oordeel te komen. Mejuffrouw Joosen, als u klaar bent?

[mej. L. Joosen neemt plaats bij de Verlepte Plant en zet de jeugdversie van het ritueel verplichte rode sprekershoedje op]

L: Yo.

D: Yo?

L: Yo, ouwe.

D: Ehm...ja. Yo. Mejuffrouw Joosen, kunt u -in uw eigen woorden- beschrijven wat er gebeurd is?

L: Ja, kweetut ooknie, bitch. Kwas gwoon un btje aant speluh, weetjewel?

D: U was... wat?

L: Aant speluh.

D: Aant.. sp... sorry?

N: Edelachtbare, staat u mij toe om het één en ander toe te lichten?

D: Graag. Gaat uw gang.

N: Dank u. Wat mejuffrouw Joosen wil zeggen is dat zij gistermiddag slechts op speelse wijze en zonder kwade bedoelingen per ongeluk de staart van de heer Joosen aanraakte. Ze was eenvoudigweg aan het spelen.

D: Mejuffrouw Joosen, is dat wat u bedoelde?

L: Yo.

D: Yo? Is dat ja?

L: Yo.

D: Meneer N.?

N: Ja?

D: Ja, wat?

N: Ja, Edelachtabre.

D: Nee, ik bedoel: is yo ja?

N: Oh! Ehm, ja. Ik bedoel: ja, yo is ja.

D: Ah, okee. Goed, mejuffrouw Joosen, u was dus aan het spelen. Bent u zich ervan bewust dat een kattenstaart niet een groot goed is en dat het beroeren ervan gelijkstaat aan een snorharentrek of kussentjeskrab?

L: ...

D: Mejuffrouw Joosen?

L: ...

N: Edelachtbare, als u mij toestaat: mejuffrouw Joosen is slechts 10 weken oud en is zich van geen kwaad bewust. U kunt niet van haar verwachten dat zij op de hoogte is van de algemene strafrechtelijke gevolgen van haar daden.

D: Meneer N, ik denk dat ik heel goed zelf kan bepalen wat ik wel of niet kan verwachten. Desalniettemin ben ik bereid rekening te houden met deze verzachtende omstandigheid, mits de ernst van de zaak goed doordringt tot mejuffrouw Joosen. Goed, ik denk dat ik wel genoeg gehoord heb. Heren advocaten, als u wilt kunt u nu uw betoog houden tegenover de jury.

[Dhr E. begeeft zich naar de jurybank tussen de brandnetels]

E: Dames en heren van de jury. U kent het allemaal: de jeugd van tegenwoordig. Staat u mij toe een beeld te schetsen van mijn eigen jeugd: een klein wit katertje, nog met blauwe oogjes. Van buiten het toonbeeld van pluizigheid en schattigheid, van binen een wirwar van hormonen en jachtlust. Natuurlijk: ook ik had de behoefte om zo nu en dan dingen te grijpen die niet aan mijn eigen lichaam toebehoorden, welke kleine kater heeft dat niet?! En toch, klein als ik was, ik ben me altijd bewust geweest van mijn grenzen en nooit, maar dan ook nooit heb ik het aangedurfd om de staart van een oudere kat aan te raken. Ik denk niet dat ik er ver naast zit als ik suggereer dat ook u, als respectabele katers en poezen, nooit de gedachte uw hoofd doorgegaan is om zoiets... walgelijks, deplorabels of laatdunkends te doen. Ook meneer Joosen, mijn cliënt, heeft mij verzekerd nooit andermans staart te hebben aangeraakt. Is het dan niet meer dan logisch, meer dan menselijk, nee, kàttelijk dat de jeugd van tegenwoorig opgroeit met dezelfde normen en waarden die wij hebben meegekregen? Ik... hoop het, dames en heren. Ik hoop het van harte. En hoe respectabel hoop ook is, soms is het gewoon niet genoeg en zal het rechtssysteem moeten ingrijpen om de regels en wetten van onze gemeente te handhaven. Ik pleit dan ook voor toepassing van de gepaste straf, wellicht met een aanpassing wegens leeftijd en pluizigheid, om mejuffrouw Joosen in te laten zien dat zulk gedrag niet wordt getolereerd. Dank u wel.

D: Dank u wel, meneer E.

E: Edelachtbare, ik wil verder graag nog zeggen dat de heer Joosen er alles aan wil doen om het mejuffrouw Joosen naar de zin te maken, op voorwaarde dat zij zich voortaan op minstens anderhalve meter van zijn staart ophoudt.

D: Staat genoteerd. meneer N, uw betoog?

N: Ik heb niets meer toe te voegen, ouwe... ehm, Edelachtbare. Ze was gwoon aant speluh, bitch.

D: Ehm, okee. Goed, dan stel ik voor dat de jury zich terugtrekt. Ik ga zelf ook even op de bak en ik zie u hier terug over een half uur. Dat was het.

einde deel 2...

No comments: