Ik liep gisteren ineens weer eens tegen een oud liedje aan: Without You, van Re-Union. Heel mogelijk het homo-erigste nummer OOIT dat Nederland naar het Eurovisie Songfestival heeft gestuurd. Nou ben ik geen volger van het Songfestival (nee, echt niet!), maar ik betrapte mezelf er wel op dat ik zo nu en dan pogingen deed om Paul de Corte's extreem hoge noten te evenaren terwijl ik aan het werk was.
Hmm, misschien moet ik ook maar zo'n ballenknijpende broek aandoen...
Een beetje research bewijst maar weer dat onze Nederlandse inzending toch niet het allerhomo-erigst was.
Neem bijvoorbeeld deze vrij smakelijke Griek:
En als toppunt dit wanproduct van DEEN uit Bosnië-Hercegovina:
Daar vallen we echt bij in het niet...
Saturday, April 26
Wednesday, April 23
Monday, April 21
Grof / De Grote Boodschap # 14
Degenen die mij kennen, weten dat ik nou niet zo heel snel met mijn mond vol tanden sta. Gedeeltelijk komt dat omdat ik niet al mijn tanden meer heb, maar het grootste aandeel hierin is toch wel dat mijn brein zo nu en dan geen blokkade opwerpt tussen mijn gedachten en mijn stembanden.
En toch gebeurt het wel eens dat ook ik niets te zeggen heb. En laat dat nu net gisteren èn vandaag gebeurd zijn!
MOND-VOL-TANDEN-MOMENT # 01: Grof
Ik was gisteravond aan het werk in de Jonge Haan. Het was niet bijster druk en ik had al de hele dag zin om te werken, dus ik liep met een goede bui rond. Tot het volgende gebeurde: ik liep door de gang richting de keuken, toen vanaf de andere kant vanuit de toiletten een vrouw me tegemoet kwam. Ik moest mijn best doen om mijn ik-vind-iedereen-even-aardig-glimlach op te zetten en niet mijn oh-mijn-god-wat-een-misbaksel-grijns, want de vrouw was een... nou, laten we zeggen een 'interessante verschijning'. Ze was lang, erg dun en ze had zo te zien de afgelopen vier dagen doorlopend onder een zonnebank gelegen. Om precies te zijn, deed ze een beetje Cruella De Vil -achtig aan, nu ik erover nadenk. Nee, dat slaat eigenlijk nergens op, want die is hartstikke bleek... Nou ja, laat maar. De vrouw had een vitrage-achtig broekpakje aan, met zo'n grote wijde kraag, zodat haar lichaam boven haar overbruine borsten nakend was. Verder was ze nogal hoerig opgemaakt, en was ze overdadig behangen met elk soort sieraad dat bestaat.
Ik wilde de vrouw voorbij lopen, toen ze me staande hield. Haar rimpelige, leerachtige gezicht vouwde zich in een gemene glimlach en ze legde een hand op haar heup.
"Zeg jongeman, weet je dat het papier in de damestoiletten op is?"
Ik keek haar een beetje stommig aan. "Oh, ehm nee, dat wist ik niet".
"Nee, dat wist je niet", zei ze smalend en vervolgens: "Tja, dan moet ik mijn handen maar aan jou afdrogen, hè?". Na deze mededeling pakte ze mijn sloof en veegde haar beringde vingers eraan af.
Ik was met stomheid geslagen en kon alleen maar toekijken. De vrouw kwam weer overeind en keek me triomfantelijk aan. "Hmmm", zei ze en ze liep verder naar haar tafel.
Ik heb denk ik wel 10 seconden stil gestaan met mijn mond open.
MOND-VOL-TANDEN-MOMENT # 02: De Grote Boodschap # 14
Het dansseizoen loopt weer ten einde, dus geven beide dansscholen waar ik lessen volg (zowel in Etten-Leur als in Utrecht) een zogenaamde 'smikkelparty'. De bedoeling is dat iedereen voor deze party een gerecht bereidt en dat meeneemt naar de dansschool, zodat er een heus buffet ontstaat. Omdat ik had besloten mijn befaamde chocoladebavarois te maken voor beide gelegenheden, was ik vanochtend vroeg uit bed om naar de supermarkt te gaan. De bavarois voor vanavond moet namelijk nogal lang in de koelkast staan om op te stijven, dus ik moest op tijd aan de slag.
Ik reed naar winkelcentrum Seinhorst om de inkopen bij de Hoogvliet (een beetje een sloeberwinkel, maar ja...) te doen en reed aldaar de parkeergarage in. Het was nog niet zo druk, dus gelukkig was er plek genoeg. Ik zocht een plaatsje in de buurt van de roltrap naar de winkels en toen ik vanaf de auto daar naartoe liep, viel me iets op. Een witte auto, waar net een kleine, dikke, brede en opvallend onmodieus geklede dame uit was gestapt, stond vol overtuiging op twee parkeerplekken geparkeerd. Niet zomaar een beetje over het lijntje heen; nee, echt MIDDEN op twee parkeerplekken. "Dat is belachelijk", zei ik tegen mezelf en besloot er iets van te zeggen. Ik veronderstel dat het Cruella-incident van de vorige avond mij gedeeltelijk daartoe aanspoorde.
De kleine, dikke, brede vrouw stond ongeveer 6 meter voor me op de roltrap, en ik stapte naar haar toe. In de tussentijd nam ik haar uiterlijk in me op, met het oog op deze blogpost (geloof me, ik doe niet anders dan zoeken naar leuke blog-onderwerpen, hihi). De vrouw was gekleed in een rok die bij wat normaler gepropotioneerde mensen waarschijnlijk 'kort' was, maar die bij haar tot ver over de knieën kwam. Erboven droeg ze een blouse die met gemak een heel gezin hazen had kunnen herbergen, en waarin dan nog plaats was voor een logeerkamer. De blouse had een oranje/gele opdruk van wervelende, bloemige patronen, die nu niet bepaald afslankend werkte en waardoor haar boezem de omvang leek te hebben van een uit de kluiten gewassen baby-nijlpaard. En dan haar gezicht... Hmmm, hoe omschrijf ik dit... Laat ik even kort afdwalen naar de vorige avond: collega E. en ik hadden een wedstrijdje opgezet om de wat rustige avond door te komen. Het spel was: ga op zoek naar de vrouw die er het meest als een man uitziet. Helaas zijn we er niet in geslaagd een geschikt exemplaar te vinden, maar ik besefte vanochtend op de roltrap dat ik, als ik deze vrouw in de zaak had gehad, ik met voorsprong en zonder enige twijfel had gewonnen. Echt: de vrouw had een hoofd waar mannelijkheid van AFDROOP. Met borstelige wenkbrauwen, make-uploze, uitgezakte ogen en een donzige bovenlip staarde ze me aan toen ik "Ehm, mevrouw?" zei.
"Ja?" bromde ze.
"Die witte auto; is die van u?" bracht ik stotterend uit.
"Ja", zei ze kernachtig en met een frons.
"Ehm, u weet dat u op TWEE parkeerplaatsen staat geparkeerd?"
"Oh, maar ik ben zo weer weg, hoor!", zei ze vrolijk en ze draaide zich van me af.
Zo gemakkelijk liet ik me niet afschepen! Toen we de roltrap afkwamen, drentelde ik achter haar aan.
"Ja maar, ik vind het toch niet zo netjes, hoor!"
De vrouw stopte met lopen, keerde zich naar me toe en keek me vuil aan. Haar hand ging omhoog. Even was ik bang dat ze me wilde slaan ofzo, maar de hand ging naar haar eigen hoofd en niet naar het mijne. Daar begon ze met één vinger rondjes te draaien bij haar slaap.
"IK. BEN. EEN. BEETJE. SUF", zei ze, waarop ze knipperde met haar ogen en zich weer omdraaide om verder te lopen.
Voor de tweede keer in 24 uur stond ik tien seconden lang met open mond te staren. Had deze vrouw net haar zwakzinnigheid aan mij verklaard? Ik schudde met mijn hoofd en vervolgde mijn weg naar de supermarkt.
Uiteraard was de vrouw ook op weg geweest hier naartoe, dus de volgende tien minuten liep ik haar meermaals tegen het kleine, dikke en brede lijf. Blijkbaar had ik haar een beetje boos gemaakt, want ik hoorde haar zo nu en dan aan de andere kant van de schappen briesend, vloekend en kwaad mompelend ronscharrelen. Terwijl ik rondliep om eieren, gelatine, suiker enzo te zoeken, racete ze af en toe voorbij met klakkende hakken en rammelend karretje. Gelukkig zag ik haar een paar minuten later eindelijk afrekenen, en was ik bevrijd van haar boze, waanzinnige aura en kon ik met gerust hart gaan afrekenen.
Toen ik bij de kassa stond, hoorde ik een uitermate irritant muziekje van achter mij klinken. Even was ik bang dat de vrouw er nog steeds was, en haar collega's van de Jostiband had opgetrommeld om mij te tracteren op een impromptu optreden. Gelukkig bleek het slechts een verzameling clownpoppen te zijn, die door inwerping van een muntje hun mini-optreden opvoerden. Houterig en krakerig bewogen de poppen heen en weer en klonk hun belachelijke liedje door de winkel. De caissière zuchtte. (Geloof het of niet, maar ik heb het irritante liedje gevonden... Beluister het hier...)
Toen ik de winkel uitwas, en weer afdaalde naar de parkeergarage, zag ik dat de witte auto er nog steeds stond. En nog steeds MIDDEN op de streep. Grrrrrr. Ik stapte in mijn auto, reed achteruit het vak uit en wilde net wegrijden, toen ik in mijn achteruitkijkspiegel zag dat de kleine, dikke, brede vrouw er net aankwam. Ik zag ook een oude man op haar afstappen, die met drukke handgebaren iets aan haar mededeelde. Langzaam zag ik de hand van de vrouw weer omhooggaan en nèt voordat ik een hoek omdraaide zag ik dat haar vinger ronddraaiende bewegingen begon te maken.
En toch gebeurt het wel eens dat ook ik niets te zeggen heb. En laat dat nu net gisteren èn vandaag gebeurd zijn!
MOND-VOL-TANDEN-MOMENT # 01: Grof
Ik was gisteravond aan het werk in de Jonge Haan. Het was niet bijster druk en ik had al de hele dag zin om te werken, dus ik liep met een goede bui rond. Tot het volgende gebeurde: ik liep door de gang richting de keuken, toen vanaf de andere kant vanuit de toiletten een vrouw me tegemoet kwam. Ik moest mijn best doen om mijn ik-vind-iedereen-even-aardig-glimlach op te zetten en niet mijn oh-mijn-god-wat-een-misbaksel-grijns, want de vrouw was een... nou, laten we zeggen een 'interessante verschijning'. Ze was lang, erg dun en ze had zo te zien de afgelopen vier dagen doorlopend onder een zonnebank gelegen. Om precies te zijn, deed ze een beetje Cruella De Vil -achtig aan, nu ik erover nadenk. Nee, dat slaat eigenlijk nergens op, want die is hartstikke bleek... Nou ja, laat maar. De vrouw had een vitrage-achtig broekpakje aan, met zo'n grote wijde kraag, zodat haar lichaam boven haar overbruine borsten nakend was. Verder was ze nogal hoerig opgemaakt, en was ze overdadig behangen met elk soort sieraad dat bestaat.
Ik wilde de vrouw voorbij lopen, toen ze me staande hield. Haar rimpelige, leerachtige gezicht vouwde zich in een gemene glimlach en ze legde een hand op haar heup.
"Zeg jongeman, weet je dat het papier in de damestoiletten op is?"
Ik keek haar een beetje stommig aan. "Oh, ehm nee, dat wist ik niet".
"Nee, dat wist je niet", zei ze smalend en vervolgens: "Tja, dan moet ik mijn handen maar aan jou afdrogen, hè?". Na deze mededeling pakte ze mijn sloof en veegde haar beringde vingers eraan af.
Ik was met stomheid geslagen en kon alleen maar toekijken. De vrouw kwam weer overeind en keek me triomfantelijk aan. "Hmmm", zei ze en ze liep verder naar haar tafel.
Ik heb denk ik wel 10 seconden stil gestaan met mijn mond open.
MOND-VOL-TANDEN-MOMENT # 02: De Grote Boodschap # 14
Het dansseizoen loopt weer ten einde, dus geven beide dansscholen waar ik lessen volg (zowel in Etten-Leur als in Utrecht) een zogenaamde 'smikkelparty'. De bedoeling is dat iedereen voor deze party een gerecht bereidt en dat meeneemt naar de dansschool, zodat er een heus buffet ontstaat. Omdat ik had besloten mijn befaamde chocoladebavarois te maken voor beide gelegenheden, was ik vanochtend vroeg uit bed om naar de supermarkt te gaan. De bavarois voor vanavond moet namelijk nogal lang in de koelkast staan om op te stijven, dus ik moest op tijd aan de slag.
Ik reed naar winkelcentrum Seinhorst om de inkopen bij de Hoogvliet (een beetje een sloeberwinkel, maar ja...) te doen en reed aldaar de parkeergarage in. Het was nog niet zo druk, dus gelukkig was er plek genoeg. Ik zocht een plaatsje in de buurt van de roltrap naar de winkels en toen ik vanaf de auto daar naartoe liep, viel me iets op. Een witte auto, waar net een kleine, dikke, brede en opvallend onmodieus geklede dame uit was gestapt, stond vol overtuiging op twee parkeerplekken geparkeerd. Niet zomaar een beetje over het lijntje heen; nee, echt MIDDEN op twee parkeerplekken. "Dat is belachelijk", zei ik tegen mezelf en besloot er iets van te zeggen. Ik veronderstel dat het Cruella-incident van de vorige avond mij gedeeltelijk daartoe aanspoorde.
De kleine, dikke, brede vrouw stond ongeveer 6 meter voor me op de roltrap, en ik stapte naar haar toe. In de tussentijd nam ik haar uiterlijk in me op, met het oog op deze blogpost (geloof me, ik doe niet anders dan zoeken naar leuke blog-onderwerpen, hihi). De vrouw was gekleed in een rok die bij wat normaler gepropotioneerde mensen waarschijnlijk 'kort' was, maar die bij haar tot ver over de knieën kwam. Erboven droeg ze een blouse die met gemak een heel gezin hazen had kunnen herbergen, en waarin dan nog plaats was voor een logeerkamer. De blouse had een oranje/gele opdruk van wervelende, bloemige patronen, die nu niet bepaald afslankend werkte en waardoor haar boezem de omvang leek te hebben van een uit de kluiten gewassen baby-nijlpaard. En dan haar gezicht... Hmmm, hoe omschrijf ik dit... Laat ik even kort afdwalen naar de vorige avond: collega E. en ik hadden een wedstrijdje opgezet om de wat rustige avond door te komen. Het spel was: ga op zoek naar de vrouw die er het meest als een man uitziet. Helaas zijn we er niet in geslaagd een geschikt exemplaar te vinden, maar ik besefte vanochtend op de roltrap dat ik, als ik deze vrouw in de zaak had gehad, ik met voorsprong en zonder enige twijfel had gewonnen. Echt: de vrouw had een hoofd waar mannelijkheid van AFDROOP. Met borstelige wenkbrauwen, make-uploze, uitgezakte ogen en een donzige bovenlip staarde ze me aan toen ik "Ehm, mevrouw?" zei.
"Ja?" bromde ze.
"Die witte auto; is die van u?" bracht ik stotterend uit.
"Ja", zei ze kernachtig en met een frons.
"Ehm, u weet dat u op TWEE parkeerplaatsen staat geparkeerd?"
"Oh, maar ik ben zo weer weg, hoor!", zei ze vrolijk en ze draaide zich van me af.
Zo gemakkelijk liet ik me niet afschepen! Toen we de roltrap afkwamen, drentelde ik achter haar aan.
"Ja maar, ik vind het toch niet zo netjes, hoor!"
De vrouw stopte met lopen, keerde zich naar me toe en keek me vuil aan. Haar hand ging omhoog. Even was ik bang dat ze me wilde slaan ofzo, maar de hand ging naar haar eigen hoofd en niet naar het mijne. Daar begon ze met één vinger rondjes te draaien bij haar slaap.
"IK. BEN. EEN. BEETJE. SUF", zei ze, waarop ze knipperde met haar ogen en zich weer omdraaide om verder te lopen.
Voor de tweede keer in 24 uur stond ik tien seconden lang met open mond te staren. Had deze vrouw net haar zwakzinnigheid aan mij verklaard? Ik schudde met mijn hoofd en vervolgde mijn weg naar de supermarkt.
Uiteraard was de vrouw ook op weg geweest hier naartoe, dus de volgende tien minuten liep ik haar meermaals tegen het kleine, dikke en brede lijf. Blijkbaar had ik haar een beetje boos gemaakt, want ik hoorde haar zo nu en dan aan de andere kant van de schappen briesend, vloekend en kwaad mompelend ronscharrelen. Terwijl ik rondliep om eieren, gelatine, suiker enzo te zoeken, racete ze af en toe voorbij met klakkende hakken en rammelend karretje. Gelukkig zag ik haar een paar minuten later eindelijk afrekenen, en was ik bevrijd van haar boze, waanzinnige aura en kon ik met gerust hart gaan afrekenen.
Toen ik bij de kassa stond, hoorde ik een uitermate irritant muziekje van achter mij klinken. Even was ik bang dat de vrouw er nog steeds was, en haar collega's van de Jostiband had opgetrommeld om mij te tracteren op een impromptu optreden. Gelukkig bleek het slechts een verzameling clownpoppen te zijn, die door inwerping van een muntje hun mini-optreden opvoerden. Houterig en krakerig bewogen de poppen heen en weer en klonk hun belachelijke liedje door de winkel. De caissière zuchtte. (Geloof het of niet, maar ik heb het irritante liedje gevonden... Beluister het hier...)
Toen ik de winkel uitwas, en weer afdaalde naar de parkeergarage, zag ik dat de witte auto er nog steeds stond. En nog steeds MIDDEN op de streep. Grrrrrr. Ik stapte in mijn auto, reed achteruit het vak uit en wilde net wegrijden, toen ik in mijn achteruitkijkspiegel zag dat de kleine, dikke, brede vrouw er net aankwam. Ik zag ook een oude man op haar afstappen, die met drukke handgebaren iets aan haar mededeelde. Langzaam zag ik de hand van de vrouw weer omhooggaan en nèt voordat ik een hoek omdraaide zag ik dat haar vinger ronddraaiende bewegingen begon te maken.
Saturday, April 19
Ademnood (met update)
Ik had vandaag even wat tijd over, terwijl mijn computer een filmpje aan het comprimeren was. Ik deed de was, hing hem op, deed de afwas, ruimde wat op en toen had ik nog STEEDS tijd over. Even wat tv-kijken misschien? Hmmm, niet echt zin in. Wacht eens even! Ik bedacht me ineens dat ik onlangs een grote doos met oude videobanden had teruggevonden. Hij stond in de kelder in de watermeter-ruimte, want daar was lekker veel ruimte. Ik had hem daar een tijd geleden weggezet, want echt veel gebruik maakte ik niet meer van videobanden. Toen ik echter later eens naar beneden liep om een band te pakken, bleek de watermeter-ruimte op slot te zijn! Krijg nou wat!!! Bedankt Vitens-meneer!
Hoe dan ook, een week of drie geleden bleek de deur ineens weer open te zijn en zo blij als een kind haalde ik snel mijn doos eruit en zette hem in mijn eigen kelderdeel, dat inmiddels ook weer opgeruimd was en derhalve genoeg ruimte kon bieden aan weer nieuwe onnodige rommel.
Naar die doos snelde ik zonet dus toe, en bekeek eens wat nou weer eens leuk zou zijn om te bekijken. En ja hoor, daar lag hij: Linda's Favourites. De meeste lezers van dit blog kennen die naam waarschijnlijk wel, maar voor degenen die het niets zegt: ongeveer 10 jaar geleden maakte ik met een groep vrienden een soort Tell-sell-reclame voor vriendin Linda, die toen 17 werd. Deze reclame (ingeleid door 'Jackie from the London BBC', ofwel een engelssprekende Emmy met een slechte nederlandse voiceover van mij) was gericht op de promotie van een CD-pakket getiteld Linda's Favourites: een collectie liedjes die tot Linda's favorieten behoorden. In hilarische karaoke-achtige scenes playbackten mijn vrienden en ik een aantal tijdloze liedjes zoals 'All you need is love', 'My Love will go on' en 'Banger Hart'. Een heerlijke blik terug in de tijd...
Het liedje dat bij mij nog erg levendig in het geheugen staat gegrift is 'Ademnood', de hit van Linda, Roos en Jessica uit de jaren 90. Toen we de opnames destijds bespraken, werd al snel duidelijk wie er nu uiteindelijk Jessica moest gaan spelen: IK.
Jawel, IK als Jessica. Compleet met ballonnen en een zwart pruike en een sensuele blik op mijn gezicht. Laat ik dit zeggen: ik hoop dat deze band kwijt is als ik ooit ga trouwen, want dit zal me ongetwijfeld mijn leven lang achtervolgen.
Ik zal niet zover gaan om beelden van deze video te gaan laten zien (dat zou wel een erg grote straf zijn), maar ik bied jullie wel een blik in het verleden aan.
Kijk mee en geniet:
UPDATE:
Nou, hihi, okee dan. Hieronder wat impressies van Wouter als Jessica. Sorry voor de slechte kwaliteit (televisiescherm gefilmd) en maak je geen zorgen over de vlekkerige dames naast me: zo zien Barbara en Anne-Marie er normaal niet uit!
Hoe dan ook, een week of drie geleden bleek de deur ineens weer open te zijn en zo blij als een kind haalde ik snel mijn doos eruit en zette hem in mijn eigen kelderdeel, dat inmiddels ook weer opgeruimd was en derhalve genoeg ruimte kon bieden aan weer nieuwe onnodige rommel.
Naar die doos snelde ik zonet dus toe, en bekeek eens wat nou weer eens leuk zou zijn om te bekijken. En ja hoor, daar lag hij: Linda's Favourites. De meeste lezers van dit blog kennen die naam waarschijnlijk wel, maar voor degenen die het niets zegt: ongeveer 10 jaar geleden maakte ik met een groep vrienden een soort Tell-sell-reclame voor vriendin Linda, die toen 17 werd. Deze reclame (ingeleid door 'Jackie from the London BBC', ofwel een engelssprekende Emmy met een slechte nederlandse voiceover van mij) was gericht op de promotie van een CD-pakket getiteld Linda's Favourites: een collectie liedjes die tot Linda's favorieten behoorden. In hilarische karaoke-achtige scenes playbackten mijn vrienden en ik een aantal tijdloze liedjes zoals 'All you need is love', 'My Love will go on' en 'Banger Hart'. Een heerlijke blik terug in de tijd...
Het liedje dat bij mij nog erg levendig in het geheugen staat gegrift is 'Ademnood', de hit van Linda, Roos en Jessica uit de jaren 90. Toen we de opnames destijds bespraken, werd al snel duidelijk wie er nu uiteindelijk Jessica moest gaan spelen: IK.
Jawel, IK als Jessica. Compleet met ballonnen en een zwart pruike en een sensuele blik op mijn gezicht. Laat ik dit zeggen: ik hoop dat deze band kwijt is als ik ooit ga trouwen, want dit zal me ongetwijfeld mijn leven lang achtervolgen.
Ik zal niet zover gaan om beelden van deze video te gaan laten zien (dat zou wel een erg grote straf zijn), maar ik bied jullie wel een blik in het verleden aan.
Kijk mee en geniet:
UPDATE:
Nou, hihi, okee dan. Hieronder wat impressies van Wouter als Jessica. Sorry voor de slechte kwaliteit (televisiescherm gefilmd) en maak je geen zorgen over de vlekkerige dames naast me: zo zien Barbara en Anne-Marie er normaal niet uit!
Thursday, April 17
Geluk / Ongeluk
Vandaag werd ik onverwacht weer eens geconfronteerd met mijn geluks- en ongeluksgetal. Ik neem aan dat iedereen twee van die getallen heeft? Ik neem die van mij heel serieus, maar begin soms wel te twijfelen aan hun juistheid. Het lijkt soms alsof ze zich omdraaien (dat wil zeggen: mijn geluksgetal wordt het ongeluksgetal en vice versa). Daarvan had ik vandaag weer een voorbeeld.
Ik was aan het werk bij de Jonge Haan en een dikkige mevrouw kwam bij me afrekenen. Ik draaide mijn verhaaltje weer af, wat ongeveer zo gaat:
GAST: Ik wil graag even afrekenen.
IK: Goed hoor. Loopt u even mee?
We lopen naar het pinautomaat.
GAST: Kan ik pinnen?
IK: Dat weet ik niet. Heeft u het wel eens eerder geprobeerd? Het is niet zo moeilijk, hoor.
GAST ... oh, haha. Nee, dat zal wel lukken hoor.
IK: Mooi zo!
Ik pak het rekeningmapje en sla het open om te zien welk bedrag ik mag afrekenen. Normaal sla ik dat bedrag aan, terwijl ik het nogeens hardop voorlees, zodat de gast wat makkelijker beseft dat hij nog geen fooi heeft gegeven, gna gna.
Deze keer, echter, was het bedrag precies 128 euro. En laat 128 nu precies mijn ongeluksgetal zijn!
"Hee", zeg ik stralend, "dat is mijn ongeluksgetal!"
De vrouw kijkt me bevreemd aan: "Wat zegt u?"
"128 is mijn ongeluksgetal en uw rekening is precies 128 euro!"
De vrouw kijkt me nu aan alsof ik net heb voorgesteld om even achter de schuur te gaan fiezelefozelen en ik doe maar alsof ik niets gezegd heb. Ik reken met haar af en laat het verder zitten.
Als de dikkige mevrouw en haar tafelgenoten zijn vertrokken, loop ik naar hun tafel om de rommel om te ruimen. Wat zie ik daar! Een fooi! Van maar liefst 20 euro! Wat een vrijgevigheid, wat een gulle mensen! En... wat vreemd. Dit is niet wat ik verwacht als 128 zijn lelijke gezicht laat zien... vreemd...
Later op de avond, als de meeste gasten weg zijn, haal ik alle borrelkaarten van tafel om ze vervangen met ochtendkaarten, om de ochtendploeg wat werk te besparen (okee, EN omdat het moet). Ik berg de borrelkaarten op, en pak een stapel ochtendkaarten. Normaal zou ik met de kaarten een rondje langs de tafels doen, om daarna de overige kaarten weer terug te leggen op hun plaatsje. Deze keer besloot ik echter voor de verandering de kaarten te tellen, zodat ik niet A) terug moest om extra kaarten te pakken en B) niet terughoefde om de overbodige kaarten terug te leggen. Wat lekker efficiënt weer (en neurotisch...)!
Goed, ik begon dus te tellen. De ochtendkaarten liggen alleen in het café-gedeelte van de Haan, dus ik hoefde er niet zoveel te hebben. Ik ging in mijn hoofd na:
-tafel 1 met de antieke uitklapstukken
-tafel 3 (tafel 2 bestaat niet meer) bij de wijnkast
-tafel 4 en 5 bij de fragiele wandlampjes
-tafel 6 en 7 bij de doorgang naar de gang (waar mensen altijd hun stoelen ter ver naar achter schuiven om ons, het arme personeel, het leven zo moeilijk mogelijk te maken)
-tafel 8 met de ronde stoelen
-tafel 9 met de oranje retro-lamp
-tafel 10 en 11 bij het raam en...
-tafel 12 met de hoge kaars ernaast.
Dat was het. Toch? Ja, dat was het, besloot ik in mijn hoofd en loop het café in om de kaarten te gaan plaatsen. Ik besef meteen mijn fout. Tafel 13, ook wel de 'tochttafel' vergeten. Ik kijk vreemd naar tafel 13, en draai me om om een extrta kaart te pakken. Raar dat ik juist de tochttafel vergat, want laat 13 nu juist mijn geluksgetal zijn!
Maar ja. Vandaag bleek maar weer eens het tegendeel. Is dit een waarschuwing voor een grote verandering in mijn leven? Ga ik me misschien binnenkort tot een obscure cult bekeren? Word ik de eerste mens op Mars?
Ik kan niet wachten om te ontdekken wat de nummers voor me in petto hebben...!
Ik was aan het werk bij de Jonge Haan en een dikkige mevrouw kwam bij me afrekenen. Ik draaide mijn verhaaltje weer af, wat ongeveer zo gaat:
GAST: Ik wil graag even afrekenen.
IK: Goed hoor. Loopt u even mee?
We lopen naar het pinautomaat.
GAST: Kan ik pinnen?
IK: Dat weet ik niet. Heeft u het wel eens eerder geprobeerd? Het is niet zo moeilijk, hoor.
GAST ... oh, haha. Nee, dat zal wel lukken hoor.
IK: Mooi zo!
Ik pak het rekeningmapje en sla het open om te zien welk bedrag ik mag afrekenen. Normaal sla ik dat bedrag aan, terwijl ik het nogeens hardop voorlees, zodat de gast wat makkelijker beseft dat hij nog geen fooi heeft gegeven, gna gna.
Deze keer, echter, was het bedrag precies 128 euro. En laat 128 nu precies mijn ongeluksgetal zijn!
Okee, ik snap dat dit even raar is, maar ik heb echt een grondige HEKEL aan 128. Het is een heus jeugdtrauma, echt! Op de basisschool heb ik periodes meegemaakt waar bij de rekensommetjes die we moesten maken bij mij ALTIJD 128 uitkwam. Of ik nu veel fouten maakte of dat de maker van het rekenboek een fetisj had voor dit getal, weet ik niet, maar 128 heeft sindsdien bij mij altijd een nare nasmaak en vandaar dat het de titel ongeluksgetal heeft gekregen in mijn hoofd.
"Hee", zeg ik stralend, "dat is mijn ongeluksgetal!"
De vrouw kijkt me bevreemd aan: "Wat zegt u?"
"128 is mijn ongeluksgetal en uw rekening is precies 128 euro!"
De vrouw kijkt me nu aan alsof ik net heb voorgesteld om even achter de schuur te gaan fiezelefozelen en ik doe maar alsof ik niets gezegd heb. Ik reken met haar af en laat het verder zitten.
Als de dikkige mevrouw en haar tafelgenoten zijn vertrokken, loop ik naar hun tafel om de rommel om te ruimen. Wat zie ik daar! Een fooi! Van maar liefst 20 euro! Wat een vrijgevigheid, wat een gulle mensen! En... wat vreemd. Dit is niet wat ik verwacht als 128 zijn lelijke gezicht laat zien... vreemd...
Later op de avond, als de meeste gasten weg zijn, haal ik alle borrelkaarten van tafel om ze vervangen met ochtendkaarten, om de ochtendploeg wat werk te besparen (okee, EN omdat het moet). Ik berg de borrelkaarten op, en pak een stapel ochtendkaarten. Normaal zou ik met de kaarten een rondje langs de tafels doen, om daarna de overige kaarten weer terug te leggen op hun plaatsje. Deze keer besloot ik echter voor de verandering de kaarten te tellen, zodat ik niet A) terug moest om extra kaarten te pakken en B) niet terughoefde om de overbodige kaarten terug te leggen. Wat lekker efficiënt weer (en neurotisch...)!
Goed, ik begon dus te tellen. De ochtendkaarten liggen alleen in het café-gedeelte van de Haan, dus ik hoefde er niet zoveel te hebben. Ik ging in mijn hoofd na:
-tafel 1 met de antieke uitklapstukken
-tafel 3 (tafel 2 bestaat niet meer) bij de wijnkast
-tafel 4 en 5 bij de fragiele wandlampjes
-tafel 6 en 7 bij de doorgang naar de gang (waar mensen altijd hun stoelen ter ver naar achter schuiven om ons, het arme personeel, het leven zo moeilijk mogelijk te maken)
-tafel 8 met de ronde stoelen
-tafel 9 met de oranje retro-lamp
-tafel 10 en 11 bij het raam en...
-tafel 12 met de hoge kaars ernaast.
Dat was het. Toch? Ja, dat was het, besloot ik in mijn hoofd en loop het café in om de kaarten te gaan plaatsen. Ik besef meteen mijn fout. Tafel 13, ook wel de 'tochttafel' vergeten. Ik kijk vreemd naar tafel 13, en draai me om om een extrta kaart te pakken. Raar dat ik juist de tochttafel vergat, want laat 13 nu juist mijn geluksgetal zijn!
Goed. Ik weet het, weer een beetje raar. Ook de oorsprong van dit getal ligt op de basisschool: omdat mijn achternaam met een J begint (een letter die ruwweg midden in het alfabet zit) en onze klassen altijd rond de 24-27 kinderen bevatte, stond ik op lijsten heel vaak op de 13e plaats, hing mijn jas aan haakje 13 en was ik als 13e aan de beurt. Oh, en trouwens, het huisnummer van mijn 'villa in 't Gooi' is ... 13. Reden genoeg om 13 te omhelzen als mijn geluksgetal...
Maar ja. Vandaag bleek maar weer eens het tegendeel. Is dit een waarschuwing voor een grote verandering in mijn leven? Ga ik me misschien binnenkort tot een obscure cult bekeren? Word ik de eerste mens op Mars?
Ik kan niet wachten om te ontdekken wat de nummers voor me in petto hebben...!
Saturday, April 12
Miauw
Hmmm, ben van de week eens naar het asiel gegaan om wat te informeren. De laatste keer (en de keer ervoor ook eigenlijk) was ik telkens te vroeg voor de kittens, dus het leek me wel handig om even te checken wanneer die beestjes nu eigenlijk gebruiksklaar waren en of ik op één of andere lijst gezet kon worden, ofzo.
Mijn rit naar Dierenasiel Crailo was al een avontuur op zich: ik besloot om via de supermarkt in Kortenhoef een 'kortere route' te nemen naar Crailo. De 'kortere route' is een gegeven dat ik duidelijk van mijn vader heb: ik kan me talloze momenten voor de geest halen waarop mijn moeder en ik heftig protesteerden als mijn vader weer eens een onbekende en obscure weg insloeg, met de mededeling dat hij een 'kortere route' wist. In ongeveer 85 % van de gevallen ging het eerder om een 'onhandige-en-hobbelige route' dan een daadwerkelijk kortere, dus vandaar onze protesten.
Hoe dan ook: ik heb die gewoonte overgenomen, en ook ik rijd regelmatig via een andere weg dan dat ik normaliter zou doen. Gewoon, omdat er weleens een soort scheur in het tijd-ruimte-continuüm zou kunnen zitten op de nieuwe weg die ik uitprobeer, waardoor ik kostbare minuten spaar. Ja, ik weet het! Belachelijk, maar ja, that's me!
Ook afgelopen week probeerde ik dat dus uit, en het was echt een mooie vergissing zeg! Want hoewel de weg overduidelijk niet korter was, was hij zeker meer entertaining... Blijkbaar wonen er in Kortenhoef en aan de plattelandsweggetjes eromheen ook een aantal BN'ers, of in ieder geval een aantal goed-in-de-slappe-was-zittenden, wat bleek uit mijn rit over de weg die tussen Bussum (waar Crailo in de buurt is) en Kortenhoef loopt. Aan beide zijden van de straat bulkte het van de SUV's, dure Audi's, Mercedessen en BMW's, en alsof dat niet genoeg was, stonden de wagens ook nog hier en daar met knipperende waarschuwingslichten zomaar aan de kant van de weg. Blijkbaar hoefden de eigenaars van de auto's zich niet aan het parkeerverbod te houden, en dan in het specifiek niet voor de deur van dure kledingzaken...
Nou ja, ik drijf af. Ik reed dus van Kortenhoef naar Bussum en kwam uiteindelijk in Crailo aan. Het was druk bij het asiel, dus ik parkeerde mijn auto buiten het terrein en liep de winkel in. Een jongeman was een mevrouw aan het uitleggen dat dieren die bij het asiel werden afgeleverd na twee weken uit quarentaine werden gehaald en bij wijze van spreke in de etalage werden gezet. De mevrouw concludeerde uit zijn uitleg dat zij dus elke twee weken moest komen kijken of haar poes al terecht was. Ik hoorde in haar stem dat dat misschien toch wel een beetje veel moeite was. Als de poes er nú niet was, hoefde het wat haar betreft volgens mij niet echt meer. Bedrukt liep ze met een andere medewerker mee om te kijken of haar poes tussen de andere asieldieren vertoefde (een gedachte die haar overigens ook niet leek te bevallen: 'Mijn poes tussen die vieze asieldieren? Bah!') en toen was ik aan de beurt.
Ik had een gesprekje met de jongen en het bleek dat er geen sprake was van een lijst. Om precies te zijn vertelde hij me ongeveer hetzelfde als de mevrouw voor me: ik moest maar gewoon elke twee weken even langskomen om te zien/horen of de kittens al gaar waren. Even had ik een beetje dezelfde gedachte als dat de vrouw leek te hebben gehad: elke keer langskomen? Bah!
Maar toen ik terugliep naar mijn auto, besefte ik dat dat me echt helemaal niks uitmaakte. Ik zou elke dag wel willen teruggaan naar het asiel. Echt. Ik heb echt zin om weer zo'n klein lief pluisje in mijn huis te hebben en ik heb het er eens met Icarus over gehad en hij heeft er volgens mij ook geen enkel probleem mee.
Dat brengt me bij het laatste stukje van deze column: de kittennaam. Ik zie dat de poll zijn einde nadert en dat 'Medusa' op het moment de gedoodverfde winnaar is. En, sorry dat ik het zeg, ik weet niet of ik daar wel helemaal blij mee ben.
Jajajaja, voordat je begint te schreeuwen: ik weet dat ik zelf de poll heb samengesteld! Het zijn namen die ik zelf verzonnen heb, maar ja, dat is ook alweer twee maanden geleden natuurlijk. Ik weet gewoon nog niet of het de naam is die ik wil roepen als het beestje straks mijn aandacht moet hebben. Van de ene kant lijkt Medusa erg op Midas, wat ik erg leuk vind, maar van de andere kant is Medusa wel een vreselijk kreng (in de verhalen dan) en bovendien niet echt de knapste. En dat is een understatement.
Wat ik nu eigenlijk heel achterbaks suggereer, is dat ik misschien de uitkomst van de poll laat voor wat hij is, en dat ik misschien zelf uiteindelijk wel een heel andere naam verzin. Of misschein gaat het wel helemaal vanzelf. De kitten bepaalt uiteindelijk zelf wat haar naam wordt, nietwaar? Dat was bij Iek en Midas ook het geval, dus dat zal dus nu ook wel weer zo zijn. Nou ja, we zien het nog even aan, het duurt sowieso nog een maand. Wie weet is het wel een echte Medusa...
Mijn rit naar Dierenasiel Crailo was al een avontuur op zich: ik besloot om via de supermarkt in Kortenhoef een 'kortere route' te nemen naar Crailo. De 'kortere route' is een gegeven dat ik duidelijk van mijn vader heb: ik kan me talloze momenten voor de geest halen waarop mijn moeder en ik heftig protesteerden als mijn vader weer eens een onbekende en obscure weg insloeg, met de mededeling dat hij een 'kortere route' wist. In ongeveer 85 % van de gevallen ging het eerder om een 'onhandige-en-hobbelige route' dan een daadwerkelijk kortere, dus vandaar onze protesten.
Hoe dan ook: ik heb die gewoonte overgenomen, en ook ik rijd regelmatig via een andere weg dan dat ik normaliter zou doen. Gewoon, omdat er weleens een soort scheur in het tijd-ruimte-continuüm zou kunnen zitten op de nieuwe weg die ik uitprobeer, waardoor ik kostbare minuten spaar. Ja, ik weet het! Belachelijk, maar ja, that's me!
Ook afgelopen week probeerde ik dat dus uit, en het was echt een mooie vergissing zeg! Want hoewel de weg overduidelijk niet korter was, was hij zeker meer entertaining... Blijkbaar wonen er in Kortenhoef en aan de plattelandsweggetjes eromheen ook een aantal BN'ers, of in ieder geval een aantal goed-in-de-slappe-was-zittenden, wat bleek uit mijn rit over de weg die tussen Bussum (waar Crailo in de buurt is) en Kortenhoef loopt. Aan beide zijden van de straat bulkte het van de SUV's, dure Audi's, Mercedessen en BMW's, en alsof dat niet genoeg was, stonden de wagens ook nog hier en daar met knipperende waarschuwingslichten zomaar aan de kant van de weg. Blijkbaar hoefden de eigenaars van de auto's zich niet aan het parkeerverbod te houden, en dan in het specifiek niet voor de deur van dure kledingzaken...
Nou ja, ik drijf af. Ik reed dus van Kortenhoef naar Bussum en kwam uiteindelijk in Crailo aan. Het was druk bij het asiel, dus ik parkeerde mijn auto buiten het terrein en liep de winkel in. Een jongeman was een mevrouw aan het uitleggen dat dieren die bij het asiel werden afgeleverd na twee weken uit quarentaine werden gehaald en bij wijze van spreke in de etalage werden gezet. De mevrouw concludeerde uit zijn uitleg dat zij dus elke twee weken moest komen kijken of haar poes al terecht was. Ik hoorde in haar stem dat dat misschien toch wel een beetje veel moeite was. Als de poes er nú niet was, hoefde het wat haar betreft volgens mij niet echt meer. Bedrukt liep ze met een andere medewerker mee om te kijken of haar poes tussen de andere asieldieren vertoefde (een gedachte die haar overigens ook niet leek te bevallen: 'Mijn poes tussen die vieze asieldieren? Bah!') en toen was ik aan de beurt.
Ik had een gesprekje met de jongen en het bleek dat er geen sprake was van een lijst. Om precies te zijn vertelde hij me ongeveer hetzelfde als de mevrouw voor me: ik moest maar gewoon elke twee weken even langskomen om te zien/horen of de kittens al gaar waren. Even had ik een beetje dezelfde gedachte als dat de vrouw leek te hebben gehad: elke keer langskomen? Bah!
Maar toen ik terugliep naar mijn auto, besefte ik dat dat me echt helemaal niks uitmaakte. Ik zou elke dag wel willen teruggaan naar het asiel. Echt. Ik heb echt zin om weer zo'n klein lief pluisje in mijn huis te hebben en ik heb het er eens met Icarus over gehad en hij heeft er volgens mij ook geen enkel probleem mee.
Dat brengt me bij het laatste stukje van deze column: de kittennaam. Ik zie dat de poll zijn einde nadert en dat 'Medusa' op het moment de gedoodverfde winnaar is. En, sorry dat ik het zeg, ik weet niet of ik daar wel helemaal blij mee ben.
Jajajaja, voordat je begint te schreeuwen: ik weet dat ik zelf de poll heb samengesteld! Het zijn namen die ik zelf verzonnen heb, maar ja, dat is ook alweer twee maanden geleden natuurlijk. Ik weet gewoon nog niet of het de naam is die ik wil roepen als het beestje straks mijn aandacht moet hebben. Van de ene kant lijkt Medusa erg op Midas, wat ik erg leuk vind, maar van de andere kant is Medusa wel een vreselijk kreng (in de verhalen dan) en bovendien niet echt de knapste. En dat is een understatement.
Wat ik nu eigenlijk heel achterbaks suggereer, is dat ik misschien de uitkomst van de poll laat voor wat hij is, en dat ik misschien zelf uiteindelijk wel een heel andere naam verzin. Of misschein gaat het wel helemaal vanzelf. De kitten bepaalt uiteindelijk zelf wat haar naam wordt, nietwaar? Dat was bij Iek en Midas ook het geval, dus dat zal dus nu ook wel weer zo zijn. Nou ja, we zien het nog even aan, het duurt sowieso nog een maand. Wie weet is het wel een echte Medusa...
Friday, April 11
Kutstad
Vanochtend ging mijn wekker om 6:40 uur. Een onwerkelijk vroeg tijdstip voor mij, aangezien ik normaal niet echt dringende zaken heb zo vroeg in de ochtend. Deze ochtend echter wel: ik had een persvoorstelling om 10.00 uur in Amsterdam, dus ik moest er vroeg vandoor, om files te vermijden. Ik weet het: het lijkt belachelijk vroeg, maar de vorige keer dat ik 's ochtends in Amsterdam moest zijn, had ik voor de verandering eens wat minder overdreven-vroeg-tijd ingecalculeerd, wat geheel tegen mijn principes ingaat. Het resultaat: ik was te laat. Fijn. Dat dus niet nog een keer, dacht ik gisteren, en ik stelde mijn wekker vroeg in.
En natuurlijk: vandaag geen files. Ik stond om 8:10 uur naast de parkeergarage (die weer heerlijk naar pis rook), met kleine ogen en een beetje een stom gevoel. En terecht.
Hoe dan ook: ik was in ieder geval RUIM op tijd, dus besloot ik maar even een kopje koffie te gaan drinken bij de Bijenkorf. Eerst maar even naar de bioscop om te zien of ze toevallig niet al open waren. Vanaf de garage is het maar een minuut of tien lopen naar de bios, dus ik slenter zo maar een beetje in de vroege ochtendzon en verbaas me over de drukte zo vroeg. Ik passeer een afschuwelijk slecht gitaarspelende man die me dreigend aankijkt, alsof hij zijn 'talent' via teleportatie wil doorzenden. Ik kom aan bij de bios en kijk eens of ze al de deuren geopend hebben. Niet dus. Dan maar door de Kalverstraat richting de Dam en dan naar de Bijenkorf.
15 minuten later sta ik voor de deur van de Korf: dicht. Heel leuk. Dan maar even mijn chipknip opladen, want dat moest toch nog even. Tegenover de Korf is een pinautomaat-chipknip-oplaad-punt, dus daar loop ik naartoe. Hmm, dit is een ABN-AMRO. Daar mag ik vast niet chipknippen met mijn Rabo-pas, denk ik, en ik loop weer door, riching het station. Op de hele Damrak is geen enkele Rabobank te signaleren, en onverichterzake loop ik het station in. Daar zal er toch wel één zijn? Niet dus.
Ik loop naar een info-punt en vraag aan één der meisjes aldaar of zij me de locatie van de dichtstbijzijnde Rabobank kan mededelen. Het meisje kijkt me aan of ik gek geworden ben en wisselt een benauwde blik met haar collega-meisje. "If you walk to the Dam-square, you can find a Rabobank", zegt ze in Neder-Engels. Ik kijk haar even aan en vraag waarom ze Engels tegen me praat. Ze gaat er niet op in. Dan dringt tot me door wat ze zegt. "Is er een Rabo op de Dam?!", vraag ik semi-geschokt. "Ja, hoor!", reageert ze blij, het hele taal-debacle nog steeds negerend. "Er is er één vlak bij de Fame!".
Jezus, de Fame is gewoon aan de rand van de Dam. Ik ben er nota bene net nog langs gekomen! Ik bedank haar, zeg 'bye' (haha) en loop weer terug naar de Dam. Daar aangekomen zie ik een Rabobank, maar geen pinautomaten of chipknip-oplader. Ik zucht en loop een andere straat in, om een beetje rond te kijken. Ik wandel wat, en merk ineens dat ik weer op de Kalverstraat terecht ben gekomen. Misschien is de Bijenkorf nu open, denk ik nors en kom weer uit op de Dam.
Maar nee, hoor. De Korf is nog steeds dicht. Ik zucht nogmaals en besluit toch maar even te proberen mijn chip op te laden bij de ABN. Geen probleem. Goed, dat was dus heel veel verspilde moeite en een hoop verspilde kilometers. Ach ja, ik heb de tijd tenminste nog een beetje gedood. Ik loop WEER terug door de Kalverstraat en wat schetst mijn verbazing! Naast de Rabobank die ik net had gezien zijn nu ineens WEL pinautomaten! Krijg nou wat! Zijn mijn ogen dan ZO niet gewend aan het ochtendlicht dat ze sommige zaken gewoon weigeren te tonen aan mijn schimmige brein??
Pffff, nou ja, geen probleem. Ik ga wel gewoon naar de bioscoop nu.
Bij de bioscoop kijk ik eens hoe laat het is: 9:10 uur. Het hek van de bioscoop is nog ferm gesloten en ik heb zin om op de grond te gaan zitten en met mijn vuistjes op de stoep te slaan. In plaats daarvan loop ik de straat naast de bios in, en kom uit op het Rembrandtplein. Nu maar een kopje koffie drinken, denk ik, en ik loop een cafeetje in. Ik bestel koffie, vind geen suiker op tafel en reik naar de suikerpot op een aangrenzende tafel. De man en vrouw die daar zitten kijken me onverbloemd vijandig aan. "Ik... geef hem zo terug hoor", zeg ik verontschuldigend en doe wat suiker in mijn kopje koffie. Als ik de pot terugzet op de tafel, beginnen de man en de vrouw in druk Verweggistaans met elkaar te discussieren. Ik wend me maar snel af en drink mijn koffie.
Een kwartiertje later vertrek ik weer richting bioscoop. Op de weg ernaartoe passeer ik een oude vrouw met een zorgelijk gezicht, die wat angstig langs een stationair draaiende vrachtwagen schuifelt. Als ik langs haar ga roept ze ineens luid: "NIET VOOR MIJN VOETEN!" Ik stel me zo voor dat omstanders mijn sprong van een meter de lucht in zeer amusant vonden.
Eindelijk kom ik aan bij de bioscoop en: Joechei! Hij is open!
Een uur of twee later loop ik de zaal en het pand uit en loop richting parkeergarage. Onderweg loop ik langs de Amstel en achter twee toeristen die niet doorhadden dat we in Nederland speciale paden voor fietsers hebben (en die ook niet de koeigrote fietslogo's op de grond zagen), wat een aantal bijna-botsingen en ook wat entertainment veroorzaakt. Als ik de brug over de Amstel wil oversteken, komt er ineens een fietser met een noodvaart de hoek om die keihard: "YO! KIJK UIT!" roept, wat me weer een hoedje van de schrik bezorgt.
Als ik later weer thuiskom (het is nog steeds ochtend), plof ik neer op de bank en denk: Kutstad.
En natuurlijk: vandaag geen files. Ik stond om 8:10 uur naast de parkeergarage (die weer heerlijk naar pis rook), met kleine ogen en een beetje een stom gevoel. En terecht.
Hoe dan ook: ik was in ieder geval RUIM op tijd, dus besloot ik maar even een kopje koffie te gaan drinken bij de Bijenkorf. Eerst maar even naar de bioscop om te zien of ze toevallig niet al open waren. Vanaf de garage is het maar een minuut of tien lopen naar de bios, dus ik slenter zo maar een beetje in de vroege ochtendzon en verbaas me over de drukte zo vroeg. Ik passeer een afschuwelijk slecht gitaarspelende man die me dreigend aankijkt, alsof hij zijn 'talent' via teleportatie wil doorzenden. Ik kom aan bij de bios en kijk eens of ze al de deuren geopend hebben. Niet dus. Dan maar door de Kalverstraat richting de Dam en dan naar de Bijenkorf.
15 minuten later sta ik voor de deur van de Korf: dicht. Heel leuk. Dan maar even mijn chipknip opladen, want dat moest toch nog even. Tegenover de Korf is een pinautomaat-chipknip-oplaad-punt, dus daar loop ik naartoe. Hmm, dit is een ABN-AMRO. Daar mag ik vast niet chipknippen met mijn Rabo-pas, denk ik, en ik loop weer door, riching het station. Op de hele Damrak is geen enkele Rabobank te signaleren, en onverichterzake loop ik het station in. Daar zal er toch wel één zijn? Niet dus.
Ik loop naar een info-punt en vraag aan één der meisjes aldaar of zij me de locatie van de dichtstbijzijnde Rabobank kan mededelen. Het meisje kijkt me aan of ik gek geworden ben en wisselt een benauwde blik met haar collega-meisje. "If you walk to the Dam-square, you can find a Rabobank", zegt ze in Neder-Engels. Ik kijk haar even aan en vraag waarom ze Engels tegen me praat. Ze gaat er niet op in. Dan dringt tot me door wat ze zegt. "Is er een Rabo op de Dam?!", vraag ik semi-geschokt. "Ja, hoor!", reageert ze blij, het hele taal-debacle nog steeds negerend. "Er is er één vlak bij de Fame!".
Jezus, de Fame is gewoon aan de rand van de Dam. Ik ben er nota bene net nog langs gekomen! Ik bedank haar, zeg 'bye' (haha) en loop weer terug naar de Dam. Daar aangekomen zie ik een Rabobank, maar geen pinautomaten of chipknip-oplader. Ik zucht en loop een andere straat in, om een beetje rond te kijken. Ik wandel wat, en merk ineens dat ik weer op de Kalverstraat terecht ben gekomen. Misschien is de Bijenkorf nu open, denk ik nors en kom weer uit op de Dam.
Maar nee, hoor. De Korf is nog steeds dicht. Ik zucht nogmaals en besluit toch maar even te proberen mijn chip op te laden bij de ABN. Geen probleem. Goed, dat was dus heel veel verspilde moeite en een hoop verspilde kilometers. Ach ja, ik heb de tijd tenminste nog een beetje gedood. Ik loop WEER terug door de Kalverstraat en wat schetst mijn verbazing! Naast de Rabobank die ik net had gezien zijn nu ineens WEL pinautomaten! Krijg nou wat! Zijn mijn ogen dan ZO niet gewend aan het ochtendlicht dat ze sommige zaken gewoon weigeren te tonen aan mijn schimmige brein??
Pffff, nou ja, geen probleem. Ik ga wel gewoon naar de bioscoop nu.
Bij de bioscoop kijk ik eens hoe laat het is: 9:10 uur. Het hek van de bioscoop is nog ferm gesloten en ik heb zin om op de grond te gaan zitten en met mijn vuistjes op de stoep te slaan. In plaats daarvan loop ik de straat naast de bios in, en kom uit op het Rembrandtplein. Nu maar een kopje koffie drinken, denk ik, en ik loop een cafeetje in. Ik bestel koffie, vind geen suiker op tafel en reik naar de suikerpot op een aangrenzende tafel. De man en vrouw die daar zitten kijken me onverbloemd vijandig aan. "Ik... geef hem zo terug hoor", zeg ik verontschuldigend en doe wat suiker in mijn kopje koffie. Als ik de pot terugzet op de tafel, beginnen de man en de vrouw in druk Verweggistaans met elkaar te discussieren. Ik wend me maar snel af en drink mijn koffie.
Een kwartiertje later vertrek ik weer richting bioscoop. Op de weg ernaartoe passeer ik een oude vrouw met een zorgelijk gezicht, die wat angstig langs een stationair draaiende vrachtwagen schuifelt. Als ik langs haar ga roept ze ineens luid: "NIET VOOR MIJN VOETEN!" Ik stel me zo voor dat omstanders mijn sprong van een meter de lucht in zeer amusant vonden.
Eindelijk kom ik aan bij de bioscoop en: Joechei! Hij is open!
Een uur of twee later loop ik de zaal en het pand uit en loop richting parkeergarage. Onderweg loop ik langs de Amstel en achter twee toeristen die niet doorhadden dat we in Nederland speciale paden voor fietsers hebben (en die ook niet de koeigrote fietslogo's op de grond zagen), wat een aantal bijna-botsingen en ook wat entertainment veroorzaakt. Als ik de brug over de Amstel wil oversteken, komt er ineens een fietser met een noodvaart de hoek om die keihard: "YO! KIJK UIT!" roept, wat me weer een hoedje van de schrik bezorgt.
Als ik later weer thuiskom (het is nog steeds ochtend), plof ik neer op de bank en denk: Kutstad.
Thursday, April 10
"Hello (again), Michael..."
Okee, dit gaat misschien heel on-Wouterachtig klinken, maar kun je geloven dat ik een ontzettende fan was van Knight Rider? Teminste, toen ik kleiner was, dan.
Ik zag niet zo heel lang geleden nog eens een herhaling van die oude serie, en ik verbaasde me erover hoe ONTZETTEND slecht het eigenlijk is. Ik bedoel, afgezien van de belachelijke kleding en het achterlijke acteerwerk zijn de plots dom, makkelijk te raden en ook nog eens elke week hetzelfde. Grappig genoeg maakt dat natuurlijk helemaal niet uit. Uiteindelijk draait het toch alleen maar om KITT natuurlijk!
Wilden we niet allemaal zo'n coole, pratende auto? En een rijbewijs?
Even, voordat ik verderga, een kleine herinnering aan Michael Knight en KITT:
En dan nu, 25 jaar later, gaat NBC weer verder. Knight Rider komt terug! En ik zal niet liegen: ik heb er zin in! Overigens twijfel ik er niet aan dat ook deze serie nergens op slaat... Ach ja, als KITT er maar in zit :-D
Ik zag niet zo heel lang geleden nog eens een herhaling van die oude serie, en ik verbaasde me erover hoe ONTZETTEND slecht het eigenlijk is. Ik bedoel, afgezien van de belachelijke kleding en het achterlijke acteerwerk zijn de plots dom, makkelijk te raden en ook nog eens elke week hetzelfde. Grappig genoeg maakt dat natuurlijk helemaal niet uit. Uiteindelijk draait het toch alleen maar om KITT natuurlijk!
Wilden we niet allemaal zo'n coole, pratende auto? En een rijbewijs?
Even, voordat ik verderga, een kleine herinnering aan Michael Knight en KITT:
En dan nu, 25 jaar later, gaat NBC weer verder. Knight Rider komt terug! En ik zal niet liegen: ik heb er zin in! Overigens twijfel ik er niet aan dat ook deze serie nergens op slaat... Ach ja, als KITT er maar in zit :-D
Sunday, April 6
Apache!
Oh hemel. Dit kon ik jullie niet onthouden. Let vooral op de besnorde zanger (die mentaal niet zo stabiel is, volgens mij).
De Potentiële Wouterwederhelft 02: Breezy
De codenaam: Breezy
De locatie: Willem 2 ('s-Hertogenbosch)
De datum: zaterdag 5 april 2008
De tijd: van 21.00 uur tot 23.30 uur
Broer G. was pasgeleden jarig en had besloten om vrienden en familie ter gelegenheid daarvan mee te nemen naar een concert van Wouter Hamel in Den Bosch. Nou kende ik Hamel eigenlijk alleen van naam en niet echt van muziek, dus ik had even wat deuntjes van hem beluisterd als voorbereiding op het concert. Ik moet zeggen: ik was niet extreem onder de indruk. De muziek was wel cool, Hamel zingt mooi, maar het bracht me nu niet echt in vervoering ofzo. Ik had me dus neutraal opgesteld.
Tja, en vanavond gingen we dus naar dit concert. Wat kan ik zeggen...? Wouter Hamel is VELE MALEN beter in het echt dan op CD. Echt. Nou geldt dat sowieso wel vaker voor live opvoeringen, maar ik had niet verwacht dat ik zo zou genieten van deze muzikale versnapering.
Schoonzus A. nam me voor het begin even terzijde: "Wist je dat Wouter ook op mannen valt?", fluisterde ze me glunderend toe. "Jaaaa, dat wist ik", glunderde ik terug. "Leuk type, toch wel?", vroeg ze me. En ik moet eerlijk zeggen: blond en cute zijn nou niet echt dingen waaraan ik een hekel heb.
Toen het concert begon werd de volledige band even onder de loep genomen door schoonzus A. en mij. Wat bleek? Wouter was cute, maar ja... Misschien een beetje te cute? Eigenlijk was de drummer (sorry, percussionist) wel een beetje leuker... Zat net iets meer vlees aan. Nou hou ik wel van slank, maar die Wouter was wel een graatje hoor! Begrijp me niet verkeerd: ik zou echt geen nee zeggen tegen een date met Wouter! Nee nee nee! God nee! Kom maar hier met die blonde lokken! En die smakelijke billetjes! Ahum...goed. Wat ik maar wil zeggen: het was allemaal erg goed-uitziend, maar in een wat smalle uitvoering.
Mijn schoonzus was iets meer overtuigd van onze compabiliteit: ze verklaarde tijdens de avond (in toenemende mate naarmate de alcohol in hoger tempo werd aangevoerd) een aantal keer dat het toch zó handig zou zijn als het gewoon Ome Wouter en Ome Wouter waren die op bezoek kwamen bij kleine neefjes M. en J. Na afloop van het concert probeerde ze nog met lieve woordjes een crewlid van de Willem 2 over te halen om Wouter tevoorschijn te halen en in mijn kofferbak te verstoppen.
Eigenlijk was dit dus geen Potentiële Wouterwederhelft volgens mij, maar meer volgens mijn schoonzus.
Goed, even voor de volledigheid het lijstje:
Ogen: blauw
Haar: blond
Leeftijd: 30 (dat zou je hem echt niet geven, hè?)
Lengte: ongeveer even lang als ik
Kleding: hip
Celebrity-look-a-like: ehm... een jonge Marc Marie Huijbrechts. Maar dan blond. En knapper.
Oh, nog één ding. Omdat Wouter Hamel vrij bekend is, leek het me nu niet echt nodig om een schuilnaam voor hem te gebruiken. Het lijkt me trouwens ook wat vergezocht om te verwachten dat hij deze blog toevallig zou lezen. Ik heb dus eigenlijk meteen één van de regels van deze columnserie overtreden. Maar ja, wel met een geldige reden, toch? Voor de lol heb ik als codenaam toch maar Breezy gebruikt, wat blijkbaar Hamels grootste hit is.
De locatie: Willem 2 ('s-Hertogenbosch)
De datum: zaterdag 5 april 2008
De tijd: van 21.00 uur tot 23.30 uur
Broer G. was pasgeleden jarig en had besloten om vrienden en familie ter gelegenheid daarvan mee te nemen naar een concert van Wouter Hamel in Den Bosch. Nou kende ik Hamel eigenlijk alleen van naam en niet echt van muziek, dus ik had even wat deuntjes van hem beluisterd als voorbereiding op het concert. Ik moet zeggen: ik was niet extreem onder de indruk. De muziek was wel cool, Hamel zingt mooi, maar het bracht me nu niet echt in vervoering ofzo. Ik had me dus neutraal opgesteld.
Tja, en vanavond gingen we dus naar dit concert. Wat kan ik zeggen...? Wouter Hamel is VELE MALEN beter in het echt dan op CD. Echt. Nou geldt dat sowieso wel vaker voor live opvoeringen, maar ik had niet verwacht dat ik zo zou genieten van deze muzikale versnapering.
Schoonzus A. nam me voor het begin even terzijde: "Wist je dat Wouter ook op mannen valt?", fluisterde ze me glunderend toe. "Jaaaa, dat wist ik", glunderde ik terug. "Leuk type, toch wel?", vroeg ze me. En ik moet eerlijk zeggen: blond en cute zijn nou niet echt dingen waaraan ik een hekel heb.
Toen het concert begon werd de volledige band even onder de loep genomen door schoonzus A. en mij. Wat bleek? Wouter was cute, maar ja... Misschien een beetje te cute? Eigenlijk was de drummer (sorry, percussionist) wel een beetje leuker... Zat net iets meer vlees aan. Nou hou ik wel van slank, maar die Wouter was wel een graatje hoor! Begrijp me niet verkeerd: ik zou echt geen nee zeggen tegen een date met Wouter! Nee nee nee! God nee! Kom maar hier met die blonde lokken! En die smakelijke billetjes! Ahum...goed. Wat ik maar wil zeggen: het was allemaal erg goed-uitziend, maar in een wat smalle uitvoering.
Mijn schoonzus was iets meer overtuigd van onze compabiliteit: ze verklaarde tijdens de avond (in toenemende mate naarmate de alcohol in hoger tempo werd aangevoerd) een aantal keer dat het toch zó handig zou zijn als het gewoon Ome Wouter en Ome Wouter waren die op bezoek kwamen bij kleine neefjes M. en J. Na afloop van het concert probeerde ze nog met lieve woordjes een crewlid van de Willem 2 over te halen om Wouter tevoorschijn te halen en in mijn kofferbak te verstoppen.
Eigenlijk was dit dus geen Potentiële Wouterwederhelft volgens mij, maar meer volgens mijn schoonzus.
Goed, even voor de volledigheid het lijstje:
Ogen: blauw
Haar: blond
Leeftijd: 30 (dat zou je hem echt niet geven, hè?)
Lengte: ongeveer even lang als ik
Kleding: hip
Celebrity-look-a-like: ehm... een jonge Marc Marie Huijbrechts. Maar dan blond. En knapper.
Oh, nog één ding. Omdat Wouter Hamel vrij bekend is, leek het me nu niet echt nodig om een schuilnaam voor hem te gebruiken. Het lijkt me trouwens ook wat vergezocht om te verwachten dat hij deze blog toevallig zou lezen. Ik heb dus eigenlijk meteen één van de regels van deze columnserie overtreden. Maar ja, wel met een geldige reden, toch? Voor de lol heb ik als codenaam toch maar Breezy gebruikt, wat blijkbaar Hamels grootste hit is.
Saturday, April 5
Recensie no. 03
Ik zou het bijna vergeten, maar mijn derde recensie is eergister online gekomen. Bekijk hem hier...
De Potentiële Wouterwederhelft 01: Helena
Goed. Eerst een kleine gebruiksaanwijzing. Ik zal in deze columns geen echte namen gebruiken om degenen om wie het gaat niet te beledigen/kwetsen/in een kwaad daglicht te stellen/af te schrikken. Overigens: het gaat sowieso meestal om mannen wiens namen ik niet ken (okee, dat klinkt alsof ik ze in een darkroom heb ontmoet: DAT IS NIET ZO! Nee, echt niet!), dus over het algemeen maakt het toch niet uit. Om mezelf te plezieren zal ik de namen veranderen in een absurd iets of een gebruiksvoorwerp of iets dat met de ontmoeting te maken had. In dit geval dus Helena.
Verder: deze columns gaan over mannen die ik tegenkom en waarvan ik denk: yum! (of: hubba hubba!). Over het algemeen zijn het belachelijk korte ontmoetingen die NIETS voorstellen, behalve in mijn hoofd, waar ik dan al weer een huwelijk, twee kinderen en een scheiding verder ben.
Goed, we gaan van start met nummer 1.
De codenaam: Helena
De locatie: De Jonge Haan (restaurant waar ik werk)
De datum: vrijdag 4 april 2008
De tijd: 22.00 uur (of zoiets)
Vrijdagavonden zijn meestal 'big business' in de Jonge Haan, dus ik had me ingesteld op een drukke avond. Het bezoekersaantal viel echter mee: ik liep al het eten met gemak weg (voor de duidelijkheid: ik ben etensloper, wat precies is hoe het klinkt: ik breng eten van de keuken naar de gasten) en had tussendoor zelfs nog tijd om lol te hebben met collegae. Toen de spits rond half negen/ negen uur zo'n beetje over was, begon ik met de mise-en-place, wat inhoudt dat ik alles klaar ga zetten voor de volgende dienst (de volgende ochtend, dus). Ik was een uurtje bezig, toen ik mezelf terugvond achter de bar. Ik hoorde een nummer op ons muzieksysteem, wat ik al meermaals had horen langskomen en wat ik echt leuk vond, dus ik besloot om het eindelijk eens op te gaan zoeken. Benodigdheden waren dus: de zangeres en de naam van het nummer. Ik schreef de naam van de zangeres (Helena) op mijn hand, en wilde net weer aan het werk gaan, toen ik zag dat een gast van tafel 1 zich aan de bar had opgesteld.
Tafel 1 zat al een hele tijd binnen: ze hadden geborreld, en daarna gegeten en daarna zaten ze eens lekker bij te kletsen met zijn vijven. Zoals zo vaak had ik één persoon aan deze tafel in mijn hoofd opgenomen: dat is gemakkelijk om je later een tafel te herinneren als er iets is blijven liggen of als er iets niet blijkt te kloppen met de rekening achteraf. Dat gaat als volgt in zijn werk:
Collega: "Hee, ik heb een bril gevonden op tafel 32!"
Ik: "Was dat die tafel met die vrouw die op Rita Verdonk leek?"
Collega: "Ja, die!"
etc.
Voor de geïnteresseerden: op tafel 1 zat deze avond een man die waarschijnlijk 30 was, maar een gezichtsbelijning van een veertigjarige had. In mijn hoofd had hij de naam Rimpelhoofd gekregen.
Hoe dan ook, op tafel 1, die ik uiteraard die avond ook al had bediend, was één iemand opgestaan en naar de bar gekomen. Geloof me of niet, maar sommige gasten merk je gewoon niet op. Dat is misschien de boete die je betaald als je zoveel mensen achter elkaar ziet op één avond. Het is echter raar dat ik deze persoon niet had opgemerkt. Een beknopte beschrijving:
Ogen: blauw
Haar: bruine krullen (yum!)
Leeftijd: ca. 30
Lengte: ongeveer even lang als ik
Kleding: casual
Celebrity-look-a-like: een knappe Jochem Meijer
Deze meneer, die zich over de bar heenleunde, was, zelfs voordat ik ook maar één woord over zijn lippen had horen komen, duidelijk homo. Ik weet niet: soms straalt iemand het gewoon uit. Niet dat hij meteen heel erg nichterig was, ofzo. Misschien is het gewoon mijn gay-dar die dat oppikt.
Hoe dan ook: de man leunde zich over de bar heen en keek me aan. Ik was er even stil van en probeerde iets stoers te zeggen, maar wat over mijn lippen kwam, was niet veel romantischer dan: "Ja?".
Mijn niet-zo-subtiele opeingszin weerhield de man er niet van om de volgende vraag te stellen:
"Goh, dat nummer dat ik net hoorde. Van wie is dat eigenlijk?"
Ik straalde even: Oh hemel! Iemand met mijn muzieksmaak! Hoe zeldzaam! Immers: het genre muziek waarin ik me interesseer is al eens omschreven als 'circusmuziek', dus dat stemt niet zo vrolijk als je hoopt op een mede-muziekliefhebber.
Ik antwoordde met een klein stukje trots: "Helena!"
Meneer keek me een beetje bevreemd aan, waarschijnlijk verrast door het kant-en-klare antwoord dat ik hem zonder aarzelen voorschotelde en lachtte even.
"Oh?", zei hij.
Ik dacht bij mezelf: vasthouden, vasthouden! Hier is een persoon die tot die 0.00006 % van de bevolking der aarde behoort die van dezelfde muziek houdt als jij!
Trots liet ik de rug van mijn hand zien, waarop in prachtig gekaligrafeerde letters de naam 'Helena' prijkte.
"Vind je het een mooi nummer?", vroeg ik hoopvol.
"Ja!" antwoorde Helena niet echt geïnspireerd.
We lachtten even over dit toeval, waarna meneer Helena weer terugkeerde naar tafel 1.
Collega E., die dit passievolle pre-paringsritueel had gevolgd vanaf een afstand, snelde naar de bar, waar ik nog een beetje verdwaasd stond.
"Die meneer valt op mannen!", verkondigde ze blij.
"Ja E,", reageerde ik droog, "dat heb je goed gezien".
Tijdens de laatste paar uur waarin de Haan open was, liep ik een beetje zweverig langs tafel 1, zonder te laten merken dat ik langs tafel 1 liep terwijl Collega E. verkondigde aan collega's dat ik sjans had gehad bij Helena. Ik ving zo nu en dan wat delen van gesprekken aan tafel 1 op. Mevrouw 1 aan tafel 1 verkondigde: "Nou, ik vind hem niet echt bij je passen".
Leuk. Mijn innerlijke gevoelstoestand werd verdeeld tussen: 1: Yay, ik word besproken! en 2: Mevrouw 1 is een trut.
En, tja, het spijt me, ik kan deze eerste column niet echt vrolijk beëindigen (zoals vele komende columns ben ik bang): meneer Helena verdween met de rest van tafel 1 (waaronder Rimpelhoofd en De Trut) weer de donkere avond in. Ik bleef achter met het liedje van Helena in mijn hoofd en een nieuw idee voor een column...
Oh, nog even ter bewijs een scan van mijn hand :-D
Okee, okee, ik kan het er ook later opgeschreven hebben, maar geloof me nou maar gewoon, okee!?
Verder: deze columns gaan over mannen die ik tegenkom en waarvan ik denk: yum! (of: hubba hubba!). Over het algemeen zijn het belachelijk korte ontmoetingen die NIETS voorstellen, behalve in mijn hoofd, waar ik dan al weer een huwelijk, twee kinderen en een scheiding verder ben.
Goed, we gaan van start met nummer 1.
De codenaam: Helena
De locatie: De Jonge Haan (restaurant waar ik werk)
De datum: vrijdag 4 april 2008
De tijd: 22.00 uur (of zoiets)
Vrijdagavonden zijn meestal 'big business' in de Jonge Haan, dus ik had me ingesteld op een drukke avond. Het bezoekersaantal viel echter mee: ik liep al het eten met gemak weg (voor de duidelijkheid: ik ben etensloper, wat precies is hoe het klinkt: ik breng eten van de keuken naar de gasten) en had tussendoor zelfs nog tijd om lol te hebben met collegae. Toen de spits rond half negen/ negen uur zo'n beetje over was, begon ik met de mise-en-place, wat inhoudt dat ik alles klaar ga zetten voor de volgende dienst (de volgende ochtend, dus). Ik was een uurtje bezig, toen ik mezelf terugvond achter de bar. Ik hoorde een nummer op ons muzieksysteem, wat ik al meermaals had horen langskomen en wat ik echt leuk vond, dus ik besloot om het eindelijk eens op te gaan zoeken. Benodigdheden waren dus: de zangeres en de naam van het nummer. Ik schreef de naam van de zangeres (Helena) op mijn hand, en wilde net weer aan het werk gaan, toen ik zag dat een gast van tafel 1 zich aan de bar had opgesteld.
Tafel 1 zat al een hele tijd binnen: ze hadden geborreld, en daarna gegeten en daarna zaten ze eens lekker bij te kletsen met zijn vijven. Zoals zo vaak had ik één persoon aan deze tafel in mijn hoofd opgenomen: dat is gemakkelijk om je later een tafel te herinneren als er iets is blijven liggen of als er iets niet blijkt te kloppen met de rekening achteraf. Dat gaat als volgt in zijn werk:
Collega: "Hee, ik heb een bril gevonden op tafel 32!"
Ik: "Was dat die tafel met die vrouw die op Rita Verdonk leek?"
Collega: "Ja, die!"
etc.
Voor de geïnteresseerden: op tafel 1 zat deze avond een man die waarschijnlijk 30 was, maar een gezichtsbelijning van een veertigjarige had. In mijn hoofd had hij de naam Rimpelhoofd gekregen.
Hoe dan ook, op tafel 1, die ik uiteraard die avond ook al had bediend, was één iemand opgestaan en naar de bar gekomen. Geloof me of niet, maar sommige gasten merk je gewoon niet op. Dat is misschien de boete die je betaald als je zoveel mensen achter elkaar ziet op één avond. Het is echter raar dat ik deze persoon niet had opgemerkt. Een beknopte beschrijving:
Ogen: blauw
Haar: bruine krullen (yum!)
Leeftijd: ca. 30
Lengte: ongeveer even lang als ik
Kleding: casual
Celebrity-look-a-like: een knappe Jochem Meijer
Deze meneer, die zich over de bar heenleunde, was, zelfs voordat ik ook maar één woord over zijn lippen had horen komen, duidelijk homo. Ik weet niet: soms straalt iemand het gewoon uit. Niet dat hij meteen heel erg nichterig was, ofzo. Misschien is het gewoon mijn gay-dar die dat oppikt.
Hoe dan ook: de man leunde zich over de bar heen en keek me aan. Ik was er even stil van en probeerde iets stoers te zeggen, maar wat over mijn lippen kwam, was niet veel romantischer dan: "Ja?".
Mijn niet-zo-subtiele opeingszin weerhield de man er niet van om de volgende vraag te stellen:
"Goh, dat nummer dat ik net hoorde. Van wie is dat eigenlijk?"
Ik straalde even: Oh hemel! Iemand met mijn muzieksmaak! Hoe zeldzaam! Immers: het genre muziek waarin ik me interesseer is al eens omschreven als 'circusmuziek', dus dat stemt niet zo vrolijk als je hoopt op een mede-muziekliefhebber.
Ik antwoordde met een klein stukje trots: "Helena!"
Meneer keek me een beetje bevreemd aan, waarschijnlijk verrast door het kant-en-klare antwoord dat ik hem zonder aarzelen voorschotelde en lachtte even.
"Oh?", zei hij.
Ik dacht bij mezelf: vasthouden, vasthouden! Hier is een persoon die tot die 0.00006 % van de bevolking der aarde behoort die van dezelfde muziek houdt als jij!
Trots liet ik de rug van mijn hand zien, waarop in prachtig gekaligrafeerde letters de naam 'Helena' prijkte.
"Vind je het een mooi nummer?", vroeg ik hoopvol.
"Ja!" antwoorde Helena niet echt geïnspireerd.
We lachtten even over dit toeval, waarna meneer Helena weer terugkeerde naar tafel 1.
Collega E., die dit passievolle pre-paringsritueel had gevolgd vanaf een afstand, snelde naar de bar, waar ik nog een beetje verdwaasd stond.
"Die meneer valt op mannen!", verkondigde ze blij.
"Ja E,", reageerde ik droog, "dat heb je goed gezien".
Tijdens de laatste paar uur waarin de Haan open was, liep ik een beetje zweverig langs tafel 1, zonder te laten merken dat ik langs tafel 1 liep terwijl Collega E. verkondigde aan collega's dat ik sjans had gehad bij Helena. Ik ving zo nu en dan wat delen van gesprekken aan tafel 1 op. Mevrouw 1 aan tafel 1 verkondigde: "Nou, ik vind hem niet echt bij je passen".
Leuk. Mijn innerlijke gevoelstoestand werd verdeeld tussen: 1: Yay, ik word besproken! en 2: Mevrouw 1 is een trut.
En, tja, het spijt me, ik kan deze eerste column niet echt vrolijk beëindigen (zoals vele komende columns ben ik bang): meneer Helena verdween met de rest van tafel 1 (waaronder Rimpelhoofd en De Trut) weer de donkere avond in. Ik bleef achter met het liedje van Helena in mijn hoofd en een nieuw idee voor een column...
Oh, nog even ter bewijs een scan van mijn hand :-D
Okee, okee, ik kan het er ook later opgeschreven hebben, maar geloof me nou maar gewoon, okee!?
Een (soort van) eind en een (soort van) begin
Ik ben een beetje stil geweest de afgelopen dagen. Niks aan de hand hoor, maar ik was mijn blog een beetje aan het overdenken. Ik ben over het algemeen erg tevreden en blij met mijn schijfsels, en meestal houd ik me ook wel aan het ritme, maar de afgelopen tijd werd het schrijven steeds meer een plicht in plaats van een vreugd. En daarom...:
Een soort van einde
Oei oei oei. Wat een slordigheid! De Grote Boodschap begint duidelijk te lijden onder mijn gebrek aan inspiratie en discipline. Hoe komt dit? Ik weet het niet! Waarschijnlijk kom ik gewoon niet genoeg in de supermarkt... Of wellicht heb ik de meest herkenbare punten al behandeld. Ik weet het niet... In ieder geval: de onderwerpen komen niet zomaar uit de lucht vallen natuurlijk en als iets niet zomaar in mijn hoofd schiet is het vrij moeilijk om er een interessant stukje over te schrijven. Of in ieder geval is het moeilijk om mezelf ertoe te zetten om er eens diep over na te denken. Ik heb het sowieso altijd al leuker gevonden om te schrijven over iets wat me bezighoud, dan over iets wat als een 'plicht' valt te omschrijven. En: ja, ik weet dat ik zelf met De Grote Boodschap ben begonnen, maar uiteindelijk blijkt de supermarkt een minder voedzame bron (op wekelijkse basis in ieder geval), dan ik aanvankelijk had verwacht.
Okee, wat ik nu heel mooi probeer te zeggen: ik stop met De Grote Boodschap. Wacht: nee, dat is niet helemaal waar. Ik houd op met de wekelijkse Grote Boodschap. Geloof me: als ik iets tegenkom of als me iets opvalt zal ik per direct weer achter mijn computer springen en er direct iets over schrijven. Verwacht alleen geen wekelijks stukje meer: dat is gewoon teveel gevraagd... Kortom: De Grote Boodschap is niet gestorven, maar zeker wel even op de Intensive Care gelegd om bij te komen. En natuurlijk ga ik elke dag even langs om te kijken hoe het staat met de vitale functies van De Grote Boodschap. Ik neem zo nu en dan een bloemetje mee, ik vertel wat voor leuke dingen er buiten het ziekenhuis gebeuren en ik probeer te zorgen dat De Grote Boodschap de moed erin houdt. Geen paniek dus: De Grote Boodschap is in goede handen in het Onze Lieve Wouter Hospitaal.
Een soort van begin
Omat het natuurlijk een beetje hard is om zomaar vaarwel te moeten zeggen tegen De Grote Boodschap, zat ik vandaag eens na te denken wat een leuk, minder veeleisend onderwerp zou zijn. En hoewel ik mezelf voorhoud dat ik meer ben dan Wouter de homo, (ik ben ook nog Wouter de kunstenaar, Wouter de obsessieve poetser, Wouter de uitslaper, Wouter de ober, Wouter de schrijver, Wouter de-constant-krap-bij-kas-zittende etc etc) lijkt het me toch leuk om eens wat meer te vertellen over de mannen in mijn leven: of eigenlijk: het ONTBREKEN van mannen in mijn leven. Weest gerust menschen: ik ga heus niet zitten blaten over hoe vreselijk het is om geen vriend te hebben, want daar hebben jullie, net als ik, absoluut geen behoefte aan. Wat wèl leuk is (denk ik), is het mekkeren (in tegenstelling tot blaten) over mannen die ik tegenkom en waarvan ik denk: goh... potentiële Wouterwederhelft? Want geloof me, ik ben natuurlijk niet altijd de coole, ontspannen en levenswijze persoon die jullie voor je zien. Ook ik (ja echt!) krijg wel eens knikkende knieën bij het aanzien van een schoon mannelijk exemplaar.
En dus, vanaf vandaag, presenteer ik met gepaste trots: 'De Potentiële Wouterwederhelft'. Ik kan niet garanderen dat ik iedere dag, week of maand iemand tegenkom die me de rugharen doet krullen, maar één ding is zeker: iedereen praat graag over een 'leuk iemand' die ze net zijn tegengekomen en ik ben niet anders. 'De Potentiële Wouterwederhelft' heeft dus geen standaard uitgavepatroon, maar wel een enthousiasme waar je U tegen kunt zeggen.
Jullie kunnen waarschijnlijk wel raden waarom ik juist vandaag begin met dit nieuwe onderwerp: Potentiële Wouterwederhelft numero 1 heeft zich vandaag aangediend! Ik zei toch dat het enthousiasme me ertoe zet om te schrijven! Dat blijkt maar weer...
Nou, ik heb mezelf dus even heel handig ontdaan van mijn wekelijkse schrijfplicht en mezelf tegelijkertijd voorzien van een minder tijdsgebonden alternatief en ik ga ervan uit (mezelf kennende) dat dit me ertoe aanzet om weer eens wat meer neer te pennen. Ik hoop dat jullie hiermee kunnen leven (ik richt me bij deze vooral op vriendin S. ...)...
Veel plezier met De PWW!
grtn Wtr
Een soort van einde
Oei oei oei. Wat een slordigheid! De Grote Boodschap begint duidelijk te lijden onder mijn gebrek aan inspiratie en discipline. Hoe komt dit? Ik weet het niet! Waarschijnlijk kom ik gewoon niet genoeg in de supermarkt... Of wellicht heb ik de meest herkenbare punten al behandeld. Ik weet het niet... In ieder geval: de onderwerpen komen niet zomaar uit de lucht vallen natuurlijk en als iets niet zomaar in mijn hoofd schiet is het vrij moeilijk om er een interessant stukje over te schrijven. Of in ieder geval is het moeilijk om mezelf ertoe te zetten om er eens diep over na te denken. Ik heb het sowieso altijd al leuker gevonden om te schrijven over iets wat me bezighoud, dan over iets wat als een 'plicht' valt te omschrijven. En: ja, ik weet dat ik zelf met De Grote Boodschap ben begonnen, maar uiteindelijk blijkt de supermarkt een minder voedzame bron (op wekelijkse basis in ieder geval), dan ik aanvankelijk had verwacht.
Okee, wat ik nu heel mooi probeer te zeggen: ik stop met De Grote Boodschap. Wacht: nee, dat is niet helemaal waar. Ik houd op met de wekelijkse Grote Boodschap. Geloof me: als ik iets tegenkom of als me iets opvalt zal ik per direct weer achter mijn computer springen en er direct iets over schrijven. Verwacht alleen geen wekelijks stukje meer: dat is gewoon teveel gevraagd... Kortom: De Grote Boodschap is niet gestorven, maar zeker wel even op de Intensive Care gelegd om bij te komen. En natuurlijk ga ik elke dag even langs om te kijken hoe het staat met de vitale functies van De Grote Boodschap. Ik neem zo nu en dan een bloemetje mee, ik vertel wat voor leuke dingen er buiten het ziekenhuis gebeuren en ik probeer te zorgen dat De Grote Boodschap de moed erin houdt. Geen paniek dus: De Grote Boodschap is in goede handen in het Onze Lieve Wouter Hospitaal.
Een soort van begin
Omat het natuurlijk een beetje hard is om zomaar vaarwel te moeten zeggen tegen De Grote Boodschap, zat ik vandaag eens na te denken wat een leuk, minder veeleisend onderwerp zou zijn. En hoewel ik mezelf voorhoud dat ik meer ben dan Wouter de homo, (ik ben ook nog Wouter de kunstenaar, Wouter de obsessieve poetser, Wouter de uitslaper, Wouter de ober, Wouter de schrijver, Wouter de-constant-krap-bij-kas-zittende etc etc) lijkt het me toch leuk om eens wat meer te vertellen over de mannen in mijn leven: of eigenlijk: het ONTBREKEN van mannen in mijn leven. Weest gerust menschen: ik ga heus niet zitten blaten over hoe vreselijk het is om geen vriend te hebben, want daar hebben jullie, net als ik, absoluut geen behoefte aan. Wat wèl leuk is (denk ik), is het mekkeren (in tegenstelling tot blaten) over mannen die ik tegenkom en waarvan ik denk: goh... potentiële Wouterwederhelft? Want geloof me, ik ben natuurlijk niet altijd de coole, ontspannen en levenswijze persoon die jullie voor je zien. Ook ik (ja echt!) krijg wel eens knikkende knieën bij het aanzien van een schoon mannelijk exemplaar.
En dus, vanaf vandaag, presenteer ik met gepaste trots: 'De Potentiële Wouterwederhelft'. Ik kan niet garanderen dat ik iedere dag, week of maand iemand tegenkom die me de rugharen doet krullen, maar één ding is zeker: iedereen praat graag over een 'leuk iemand' die ze net zijn tegengekomen en ik ben niet anders. 'De Potentiële Wouterwederhelft' heeft dus geen standaard uitgavepatroon, maar wel een enthousiasme waar je U tegen kunt zeggen.
Jullie kunnen waarschijnlijk wel raden waarom ik juist vandaag begin met dit nieuwe onderwerp: Potentiële Wouterwederhelft numero 1 heeft zich vandaag aangediend! Ik zei toch dat het enthousiasme me ertoe zet om te schrijven! Dat blijkt maar weer...
Nou, ik heb mezelf dus even heel handig ontdaan van mijn wekelijkse schrijfplicht en mezelf tegelijkertijd voorzien van een minder tijdsgebonden alternatief en ik ga ervan uit (mezelf kennende) dat dit me ertoe aanzet om weer eens wat meer neer te pennen. Ik hoop dat jullie hiermee kunnen leven (ik richt me bij deze vooral op vriendin S. ...)...
Veel plezier met De PWW!
grtn Wtr
Subscribe to:
Posts (Atom)